zaterdag 3 augustus 2013

Surfen op de Ierse zee

Na ons uitstapje naar Kopenhagen hebben we eerst een dagje geluierd aan boord om bij te komen van alle ervaringen. De dag erop wilden we vertrekken, maar harde wind en veel regen hield ons nog een dagje in Crosshaven. Bij ons vertrek uit Salve Marine krijgen we van Wietze (de eigenaar)  weer twee gerookte makrelen en een groot muskietennet voor of eigenlijk tegen de midgets (hele kleine mugjes), die we mogelijk in Schotland in grote getale tegen gaan komen.

Op de dag van vertrek varen we om half 7 in de morgen de rivier op. De eerste uren hebben we gemotord, maar daarna hebben we heerlijk kunnen zeilen naar Kilmore Quay, een 70 mijl van Crosshaven vandaan, bij de zuidoost-punt van  Ierland. Tegen zeven uur ’s avonds liggen we in het jachthaventje.

Kilmore Quay is een klein vissersdorpje. In de haven is er grote bedrijvigheid. Er liggen veel grote vissersschepen, maar ook flink wat kleintjes. Aan het einde van de haven is een klein jachthaventje. We worden verwelkomd door een zeehond, die Jacques heet zoals we later lezen, en een enthousiaste havenmeester. We hadden gelezen dat op de Saltee Islands, die zuidelijk van Kilmore Quay liggen, puffins voorkomen. Puffins zijn watervogels met een hele aparte kop en die wilden we wel eens in het echt zien. De dag erop gaan wij op een kleine bootje mee op toer rond de eilanden. De eilanden zijn prachtig en we zien heel veel vogels: meeuwen, jan van genten, aalscholvers en in de verte dobberen ook een paar puffins. Maar wat we nog veel meer zagen waren zeehonden. Rond de twee eilanden leven honderden zeehonden. Een geweldig gezicht, al die nieuwsgierige koppies boven water.

De dag erop varen we weer verder naar het noorden van Ierland. We maken een tussenstop in Arklow. We hoeven er ook echt niet langer dan een nachtje te liggen: het stinkt er en we moeten veels te veel geld betalen. Snel door naar Howth, een vissersdorp ten noorden van Dublin. De marina heeft de grootste yacht club van Ierland met zo’n 2000 leden. Je merkt dat goed aan de bedrijvigheid. Overdag hebben groepjes kinderen les en elke avond worden er wedstrijden gevaren. We drinken nog een biertje met clubleden in de club, die het wel leuk vinden dat wij Hollanders hun clubhuis bezoeken.

Vanuit Howth gaan we een dag naar Dublin. Nou de grote stad was wel even overdonderend voor ons, al die drukte. Een aanval op al onze arme zintuigen; haha. Met als grootste schok misschien wel het amfibievoertuig waarin toeristen getooid met plastic Viking helmen in de stad werden rondgereden.

Dublin heeft een grote universiteit, Trinity College en daar willen we naar de oude bibliotheek en de tentoonstelling van het Book of Kells. Het Book of Kells bevat de vier evangeliĆ«n en werd rond het jaar 800 geschreven door Keltische monniken. Het werk is rijk versierd en wordt beschouwd als een meesterwerk van de westerse kalligrafie. Als we ´s ochtends bij de bibliotheek aankomen staan er honderden mensen in de rij. Mmmmm, daar hebben we geen zin in. Dus we gaan eerst de Chester Beatty Library. Meneer Beatty heeft zijn hele leven boeken van over de hele wereld (en een paar schilderijen) verzameld en een deel is nu te zien in deze bibliotheek. Hij verzamelde de boeken niet om de inhoud, maar om de decoraties, tekeningen en de rijk versierde kaften. Vooral de Islamitische en Japanse boeken zijn erg mooi. Jammer dat in de onze moderne samenleving de decoratieve kunst eigenlijk helemaal verdwenen is.

In de stad eten we ergens een broodje en gaan daarna Temple Bar verkennen. Een toeristische straat vol kroegen, overdag gebeurd er niet veel, dus we zijn er snel weer weg. We doen een tweede poging om de oude bibliotheek op het terrein van Trinity College te bezoeken. Nu is de rij helemaal weg. De kalligrafie van de Book of Kells is prachtig om te zien. Ook de oude bibliotheek met meer dan 20.000 boeken is erg mooi. Eind van de middag gaan we weer met de trein naar Howth om daar even bij te komen van de stadse drukte.

Na Howth varen we door naar Ardglass. We zeilen met 6-7 beaufort op de genua in volle vaart over de Ierse zee. Het is erg rustig, we zien twee vrachtschepen, maar geen enkele zeilboot. In Ardglass blijven we een dagje liggen, omdat er erg veel wind is voorspeld. Ook de vissersboten blijven binnen. We maken kennis met onze Engelse buren, Linda en Brian en onder het genot van een glaasje wijn geven ze ons allerlei tips voor leuke ankerplekjes, haventjes en pubs in Schotland. En ze leren ons een beetje Gaelich Schots: wee drum = een beetje whisky; maar je krijgt dan een glas vol. Slainte Mhath = proost.

Na Ardglass zeilen we wederom met ruime wind en alleen op de genua naar Bangor, een plaats onder Belfast. Ook dit is weer een tussenstop want we hebben besloten dat we zoveel mogelijk tijd in Schotland willen doorbrengen en slaan Belfast deze keer over.

We hebben erg genoten van de gastvrijheid van de Ieren. We begonnen met een hittegolf en nu is het een stuk frisser met 17 graden. Maar de zon schijnt regelmatig en hoewel we veel wind hebben gehad in de Ierse zee, viel de regen vooral als we in bed lagen.

Morgen de laatste etappe naar Schotland. We gaan naar het eiland Islay waar acht whisky distilleerderijen zijn. Of we ze allemaal gaan bezoeken, lezen jullie de volgende keer.

1 opmerking:

  1. Ierland lijkt me prachtig! Wat een mooie foto's, zeg. XX Jolanda

    BeantwoordenVerwijderen