zaterdag 22 februari 2020

Langs de Caribische eilanden

Bad hairday at Bequia! (dat rijmt, want Bequia spreek je uit als Bekwee ...)
Krssssnttt ....
hmmmm klinkt niet als een scherpe schaar
Knknnnnn ....
de eerste pluk is eraf
Krsss krssss krssss kntknnnn ....
de tweede pluk is eraf

Langzaamaan bekruipt het gevoel bij Ank dat de tip van de barvrouw in Bequia voor een kapper misschien niet de tip had moeten zijn om op te volgen ...

Als dan met twee ferme knippen ook haar pony helemaal weg is, sluit ze haar ogen. Relax ....

Maar goed hoe kwamen we op Bequia? 

Na een kleine vertraging, omdat Keimpe ‘door zijn rug gaat’ bij het halen van een biertje uit de koelkast :-), vertrekken we op 24 januari vanuit Suriname naar Bequia. Dit is 600 mijl varen en we verwachten er ongeveer vier dagen over te doen. De eerste 30 mijl is over de Surinamerivier. Met de stroom mee zijn we al in vier uurtjes op open zee. Het is een rustige oversteek, weinig golven, veel zon en helaas de laatste 24 uur heel weinig wind, dus de laatste dag zeilen we met de motor erbij aan. Na 3,5 dag gaat vlak voor het donker het anker uit in Admiralty Bay bij Bequia. Na een verdiend welkomstbiertje vallen we snel in slaap. 

Tijdens onze vorige reis was Bequia onze eerste stop na de oceaanoversteek. Wat waren we moe toen na 2 weken oversteken met continu buien, nu gelukkig een stuk minder. Het is weer een relaxed eiland en de prijzen zijn nog steeds hoog; het maakt niet uit of je nu wat tomaten, een mango, biertje of rumpunch koopt, maar het mag de pret niet deren. We lummelen een paar dagen en genieten van de plons in het prachtig blauwe en heldere water om wakker te worden, de eerste rumpunch bij zonsondergang en zien tijdens het snorkelen vele tropische visjes. Er is een muziekfestival op het eiland en daar gaan we naartoe. We kijken onze ogen uit en voelen ons eigenlijk nog best jong als we kijken naar het ‘swingende’ publiek om ons heen, gemiddeld rond de 75, minstens. Zouden deze overwegend blanke mensen en wellicht ex-zeilers Bequia als plek gekozen hebben voor hun oude dag? 

Na een week in Bequia zeilen we naar Martinique. Het is een tocht met een aan-de-windse koers, met veel wind en water over dek. Op Martinique gaan we in de marina bij Le Marin liggen om wat klussen te klaren. Zo moeten we (oké Keimpe) de mast in om een nieuwe marifoonantenne te installeren, het ankerlicht te maken en de windex beter vast te zetten. Het klussen wisselen we af met een sundowner en lekker etentje met Johan en Ilse van de Fifty Fifty. En als zij vertrokken zijn nemen Renate en Damir van de Joint Venture II deze ‘taak’ goed waar met nog een etentje. Als alle klussen (voor nu) klaar zijn, gaan we verder. 

We ankeren een nachtje bij Petit Anse Arlet en gaan dan door naar Saint Pierre de laatst stop voor een lange dagtocht naar Les Saintes (75 mijl). Deze tocht start vliegend met harde windstoten in een regenbui. Achter het roer ziet Ank voor het eerst deze reis 35 knopen op de windmeter. Gaia geeft geen krimp, Ank schijnt heel zachtjes help geroepen te hebben ;-). Bij Dominica krijgen we wind tegen. Voor donker gaan we Les Saintes niet halen en we maken een ankerstop voor de nacht in Rupert Bay. 


Op Les Saintes liggen we aan een mooring vlak bij het dorp Terre-de-Haut. Op het eiland klinkt muziek en getrommel. Het zijn verklede muzikanten en dansers die de straat bevolken. Nog niet het echte carnaval, dat is pas volgende week, maar de stemming zit er al goed in. Om het eiland te verkennen kun je kiezen uit het huren van een golfkarretje, scooter of elektrische mountainbike. We kiezen voor de sportiefste mogelijkheid. Op alle fietsen zitten enorm brede banden. Waarom snappen we niet helemaal, want het zijn allemaal verharde wegen. Op het eiland stikt het van de loslopende hanen, kippen, kuikentjes en geiten. Ook zien we een paar grote leguanen, helaas alleen van grote afstand. Tijdens het fietsen komen we langs een paar prachtige stranden. Naar een van de stranden lopen we de dag erop om te gaan snorkelen. Les Saintes is een relaxed eiland met leuke kroegjes aan het water voor een sundowner. Frans praten valt niet mee, maar we komen er langzaam in. 

Na een paar dagen zeilen we verder naar Ilet du Gosier bij Guadeloupe. Dit stukje dat start met een blauwe lucht en een lekker windje blijkt een stressvolle tocht te worden, waarover volgende keer meer ....

Klik hier om de foto’s te bekijken.