vrijdag 16 augustus 2013

West Schotland: Islay en allemaal lochs

Er is nauwelijks wind als we van Bangor naar Islay varen, dus we hebben de hele weg moeten motoren. Het was mooi weer en we hebben onderweg de boot in de was gezet en zij glimt weer als nieuw. Als Islay in zicht komt doemen al snel de eerste whiskydistilleerderijen aan de kust op. Er zijn  er acht op het eiland, die beroemd zijn om hun peaty (turfachtige) en zilte smaak. We gaan voor anker in de baai bij Port Ellen voor twee nachten en genieten van de rustige, groene omgeving. Daarna gaan we in het haventje liggen om het eiland te bekijken, evenals een paar distilleerderijen.

Onderweg naar de Lagavulin distilleerderij, waar we hebben geboekt voor een tour, komen we langs de Laphroaig distilleerderij. Daar nemen we een kijkje in het bezoekerscentrum: je kunt er van alles kopen, met name veel spullenboel die niks met whisky te maken heeft. Lagavulin heeft een hele andere uitstraling dan Laphroic, dat er behoorlijk gelikt uitziet. Je hebt bij Lagavulin meer het idee dat je in een oud schoolgebouw rondloopt. Alles is in mosgroene en roomwitte tinten geschilderd. We wachten in een soort antieke huiskamer tot de tour begint. Een erg vriendelijk meisje leidt ons door de distilleerderij en vertelt hoe eenvoudig het maken van whisky eigenlijk is. We krijgen onderweg een slokje uit een groot vat halverwege het proces. Het smaakt naar bier en is best lekker, maar niet beschikbaar voor de verkoop. De distilleerderij werkt op dit moment op volle toeren dus elk drupje hebben ze nodig om whisky te maken. Na afloop krijgen we natuurlijk de whisky te proeven en tot Ank’s grote verbazing vindt ze het lekker.

De volgende dag gaan we op de fiets naar de Bowmore distilleerderij. Daar willen we ook een rondleiding, omdat ze daar nog met de hand de gerst laten ontspruiten tot malt. Helaas blijkt dat de distilleerderij een ‘silent period’ heeft; de boel ligt stil. De stand van de rivier waar ze hun water vandaan halen is in de zomer te laag en ze gebruiken de productiestilstand ook voor groot onderhoud. De dame die de rondleiding geeft weet echter zo spannend te vertellen hoe hun whisky wordt gemaakt dat het eigenlijk niet uitmaakt dat de distilleerderij stil ligt. Na de rondleiding kunnen we aan de bar weer allerlei whisky’s uitproberen. Ank vertrekt met een unieke fles whiskylikeur.

De laatste avond op Islay worden we nog uitgenodigd door de Ierse buren van de Kaos II voor een hello and farewell borrel. Ze hebben de halve steiger uitgenodigd en het is propvol op hun boot en erg gezellig. Zo komen we erachter dat de buren aan beide kanten op hun boot wonen, dat de buurman aan de ene kant Nederlander is, dat het sinds jaren weer uitzonderlijk mooi is en bovendien krijgen we veel tips over te bezoeken plekken in Schotland. We krijgen ook nog geschiedenisles over Noord Ierland, waarbij de ‘bloody Dutchman’ King Willem (de hoeveelste?) een belangrijke rol bij speelde. Foei Willem.

Na Islay gaan we door naar Tayvallich. Het blijkt een klein dorpje te zijn, maar door de vele privé moorings is er eigenlijk geen plek meer om te ankeren. We gaan op zoek naar een andere plek en binden onze boot vast aan de enige mooring bij de Fair Isles. Wat een geweldig sprookjesachtig plekje. Het is er zo stil dat je je eigen oren hoort suizen. Zeehondjes steken nieuwsgierig hun koppie uit het water of liggen te zonnen op een rots. Als we de volgende ochtend om ons heen kijken zien we een ree aan de waterkant grazen en 20 meter verderop ligt het zeehondje alweer te zonnen op een rots. Heerlijk!

We gaan door omdat er harde wind wordt voorspeld en we willen dan op een beschutte plek liggen. We zeilen naar Ardfern waar een marina is. De volgende dag varen we ondanks de voorspelling van veel wind richting Craobh haven. Als we het loch (alle zee-armen heten hier lochs) uit zijn, blijkt het erg mee te vallen met de wind en we besluiten om door te zeilen naar Oban. We hebben een heerlijke tocht door de met allerlei eilanden en rotsen omgeven loch’s, die in de zon liggen om vervolgens weer schuil te gaan achter regensluiers of dreigende  bewolking.

In Oban Bay liggen we in de marina op het eiland Kerrera tegenover Oban, dat prachtig op groene heuvels aan de baai ligt. Met een gratis ferry kun je van de marina naar de stad. Keimpe verkent de stad en neemt een kijkje bij het McCaigs colloseum. Eind 19e eeuw heeft meneer McCaig dit colloseum laten bouwen om zo de metselaars in de winter ook werk te bezorgen. Helaas stierf hij voordat het interieur vorm kon worden gegeven: er staan alleen de buitenmuren. Ank doet ondertussen boodschappen. ’s Avonds gaan we uit eten in een leuk restaurant dat zijn eigen bier brouwt. Achterin is een bar waar je wat kunt drinken tot er een tafeltje vrij is. Dat melden ze wel op een hele bijzondere manier. Je krijgt een plastic bierviltje met ledlichtjes. Als de ledlichtjes gaan knipperen weet je dat er een tafel voor je vrij is.

Na Oban zeilen we door naar Loch Aline. We liggen aan het einde van de baai voor anker en ook hier is het weer geweldig mooi. De baai is omringd met bossen en aan het eind torent een kasteeltje boven de bomen uit. Er zijn hier veel van dit soort kasteeltjes en minstens zo veel ruines (vaak helemaal met mos en ander groen bedekt), die een rijk verleden met vele onderlinge clantwisten verraden.

De volgende dag zeilen we weer verder richting Caledonisch kanaal. Hoe verder we landinwaarts komen, hoe hoger de bergen worden. Omgeven door deze bergen gaan we voor anker in Loch A’Choire, dat als ‘dramatisch’ wordt omschreven en vast erg mooi is, maar door de opgekomen grijzigheid en nattigheid zien we niet veel van de omgeving. Ook als we de volgende ochtend vroeg vertrekken naar het Caledonisch kanaal, hangt de bewolking nog halverwege de bergen. Soms lijkt het erop dat de zon wil doorbreken, maar uiteindelijk blijven we varen in de lage bewolking, die de omgeving in een beetje mysterieuze sfeer zet. Het klaart pas op als we bij de ingang van het Caledonisch kanaal zijn en zien we onder andere de grootste berg van Groot Brittanie, de Ben Nevis (wel 1340 m), naast ons oprijzen.

Inmiddels liggen we in het Caledonisch kanaal, waar het hard werken is en we een Engelsman de dag van zijn vakantie bezorgen. Daarover later meer.

Geen opmerkingen:

Een reactie posten