We zijn nu zo’n twee weken aan het
varen op de Middellandse zee. Vanaf Gibraltar zijn we in één keer gevaren naar
Cartagena, waarbij we twee nachten hebben doorgezeild. Nou ja: gezeild, we
hebben veel moeten motoren. Er was de meeste tijd te weinig wind om te zeilen.
En als het waaide (een tijdje heeft het wel gewaaid, tot zo’n 5 a 6 bf) draaide de wind vaak
alle kanten op of stopte abrupt, alsof iemand een knop omzette, en lagen we te
dobberen met klapperende zeilen. Een vermoeiende tocht die goed werd gemaakt
door de vele dolfijnen en een paar schildpadden die even langs kwamen om ons te
groeten. Van de dolfijnen heb je echt de indruk dat ze je even aankijken als ze
vlak bij de boeg even boven water komen en zich iets schuin met de kop naar je
toe draaien; je blijft je verwonderen als ze langs komen.
Cartagena is een mooie stad met
Romeinse opgravingen die we overigens niet gezien hebben, maar wie weet komen
we er nog een keer op de terugweg naar Gibraltar. We zijn wel naar een museum
van onderwaterarcheologie geweest. Een prachtig, modern museum waar de
receptioniste erg haar best deed om Nederlands te praten: “Bent u
gepensioneerd?” was een van de vragen die ze voorlas van een A4-tje. In het
museum veel amforen, lampjes, scheepswrakken en informatie over het bevaren van
de Middellandse zee door Feniciers, Cartagers, Grieken en Romeinen. Het
tentoongestelde is een mooie illustratie van wat Fik Meijer in zijn boek over
de Middellandse Zee in de oudheid beschrijft.
Na Cartagena zijn we naar Ibiza
gevaren, wederom veel gemotord. In de eerste baai waar we lagen was ook de
jetset nadrukkelijk aanwezig: veel veels te grote motor- en zeiljachten,
voornamelijk onder Engelse vlag. Tja en als je een grote boot hebt, dan heb je
natuurlijk ook personeel die de boot schoonmaakt, je naar de kant brengt en
zorgt dat er op het achterdek drankjes en hapjes klaarstaan. De dingen zeg maar
die wij allemaal zelf doen. Wat ook opvalt (nou ja, voornamelijk Ank) is de
hoeveelheid naakte mannen die op het voordek aan het paraderen zijn. Met als
toppunt een man die zich op het voordek naakt aan het opdrukken is. Vrouwen
hebben ‘netjes’ een bikini aan, denkt Ank. Keimpe denkt dat dat wel meevalt.
De tweede plek waar we ankeren is
bij de een na grootste stad van Ibiza, San Antoni. We gaan hier aan de kant om
brood te halen. De stad lijkt wel een soort kermisterrein: het is er vol met
kraampjes, herrie, ronddolende jongeren, attracties en je kunt het water op in
glassbottomboats (doordebodemkijkboten), waar uiteraard luide muziek van
schalt. Natuurlijk zijn er veel terrassen, kroegen, fast food tentjes en
disco’s/clubs. Er lopen groepen jongeren die wel gekloond lijken. Om de paar
meter is een stalletje waar je je kunt laten bodypainten. Veel mensen laten dat
doen en lopen rond met een half beschilderd lichaam. De supermarktjes die er
zijn verkopen vnl. drank en zoiets als brood en fruit / groente is lastig te
vinden. Na een ijsje op de kermis gaan we snel weer naar de boot.
Keimpe’s verjaardag vieren we in
een baai in het noorden van Ibiza. ’s Ochtends met aardbeien, cake en slagroom
en ’s avonds met paella in een restaurant op de kant. En de hele dag met
slingers in de boot, hoera. We kunnen lekker zwemmen en snorkelen in de baai en
blijven er dan ook een paar dagen liggen.
Ibiza biedt een erg groene indruk,
waar ondanks het enorme toerisme opmerkelijk
weinig van aangetast lijkt. De villa’s en hotels zijn over het algemeen
mooi in het landschap opgenomen en het lijkt daardoor niet vol bebouwd. De kust
van Ibiza is prachtig: groen, rotsachtig (ruig in verschillende kleuren) met
veel baaien en strandjes met prachtig helder blauw/groen water waar je heerlijk
in kunt zwemmen en snorkelen. Je snapt wel dat in de jaren 60 hippies en later
ook anderen hier massaal naartoe zijn gekomen. Helaas staat langs de kust
nauwelijks wind, dus we zeilen een beetje en motoren een beetje van baai naar
baai. Het is hier erg warm, overdag tegen de 40 graden en ’s nachts tegen de 30
graden. Dus we zijn heel blij met het water om ons heen waar we regelmatig in
plonzen. Het is druk met jachten in de baaien, en – misschien wel door de
drukte – niemand maakt echt contact met elkaar. Als je zwaait of ola zegt, dan
gaat er soms aarzelend een hand omhoog. We hebben hier niet veel aanspraak.
We zijn gisteren naar Mallorca
gezeild en komende week willen we dit eiland verkennen. Daarna zijn
we van plan om richting Barcelona te varen om vandaar uit weer richting
Gibraltar langs de kust te hoppen waar we eind september willen zijn. We gaan
niet verder de Middellandse Zee in vanwege de weinige wind waardoor langere
tochten alleen met veel motorvaren mogelijk zijn. En daar hebben we geen zin
in.