maandag 26 november 2012

Op stap op de Canarische eilanden

De tijd vliegt: we zijn alweer 2,5 week op de Canarische eilanden. De eerste drie nachten hebben we voor anker gelegen bij Isla Graciosa, een klein eiland ten noorden van Lanzarote. Het eiland is vrij laag met een stuk of 5 uitgebluste vulkaantoppen. In de baai waar we geankerd zijn is het niet druk. We liggen er samen met de Dixbay, Nostress en Blabber. Na een dag lekker luieren, beklimmen we de dag erop een vulkaan’berg’ van 200 meter hoog. Vanaf de top hebben we een prachtig uitzicht over het eilandje, de noordkust van Lanzarote en van onze ankerbaai. Heerlijk om weer een stuk te lopen na vijf dagen niet van de boot geweest te zijn.

Na een paar dagen Graciosa gaan we met de andere 3 Nederlandse jachten naar jachthaven Rubicon op Lanzarote. We varen met een ruime wind van 5 a 6 Bft mooi gelijk op met de Dixbay en het lijkt wel of de Nostress stiekem een lijntje aan onze boot gebonden heeft, zo recht varen ze achter ons aan. De Blabber zeilt daar weer achter en zij genieten enorm dat ze voor het eerst op de windvaan zeilen en dat het perfect gaat.

De kust van Lanzarote is prachtig om langs te varen. We hebben uitzicht op een zwart, bruin en rood gekleurd vulkaanlandschap met vele pieken, die er uitzien alsof ze zo weer kunnen gaan spuwen. De zee breekt in wit schuim op de zwarte kust en witte dorpjes blakeren in de zon. Bij Rubicon klaren we ons met 4 boten tegelijk in.


Samen met de Blabber en de Nostress huren we een auto om het eiland te verkennen. Dixbay gaat al weer verder. Lanzarote is vulkanisch en er groeit nauwelijks iets. Het oostelijk deel van het eiland bestaat uit een kaal vulkaanlandschap, dat door uitbarstingen in de 18e eeuw ontstaan is. We bezoeken het  nationale park Timanfaya dat o.a. uit vulkaankraters en lavavelden bestaat. Met een bus toeren we drie kwartier door het landschap. We rijden over de randen van kraters en de klassieke muziek in de bus zorgt voor een extra dramatisch effect als je links en rechts alleen maar afgrond ziet.

Op verschillende plekken op het eiland zie je kunstwerken van de kunstenaar en architect César Manrique. Manrique is op Lanzarote geboren en heeft er de laatste 25 jaar van zijn leven gewoond. Hij heeft veel gedaan om het oorspronkelijke karakter van het eiland te behouden. Zo heeft hij bewerkstelligd dat alleen de traditionele kleuren groen, blauw en bruin zijn toegestaan voor deuren en kozijnen; dat de huizen niet hoger dan vier verdiepingen mogen zijn en bovendien wit geschilderd moeten zijn. Verder zijn grote reclame uitingen verboden. In Tahiche hebben we zijn ruime huis en de Fundación César Manrique bezocht en zijn werk bekeken. Zie ook de foto’s !

We hadden nog wel wat langer op Lanzarote willen blijven, maar gaan na een dag verder richting Tenerife want we krijgen bezoek!

Donderdag de 15e halen we Keimpe’s ouders, broer en schoonzus (Teertse en Jolanda) van het vliegveld. Ze blijven een week en zitten in een hotel vlakbij de haven in Santa Cruz de Tenerife waar wij met de boot liggen. We hebben een hele gezellige week. We gaan een aantal keren heerlijk uit eten en koken ook nog twee keer aan boord van de Gaia. Na het eerste bijpraten en het verkennen van de stad, huren we een paar dagen een auto. De eerste dag zijn we door de wolken en mist naar het Parque Nacional del Teide gereden. Dit park ligt hoog (boven de wolkengrens) op het midden van het eiland. Het landschap is vulkanisch en ziet er erg onherbergzaam uit. In het midden van het park ligt de Pico del Teide, deze nog steeds vulkanisch actieve berg is de hoogste van Spanje. Op de top (3718 meter hoog) lag dit keer geen sneeuw. We nemen de kabelbaan omhoog en genieten van de prachtige uitzichten. De dag erop gaan we naar het Anagage gebergte. Het is een vulkanisch gebergte maar wel weelderig groen dankzij een koel en vochtig klimaat. We rijden naar het kustplaatsje Igueste de San Andrés. Midden door het dorp loopt een ravijn waar mango´s, bananen en avocado´s  verbouwd worden. Op de terugweg gaan we nog even op het goudgele strand las Teresitas liggen, maar helaas is het te koud om te zwemmen. De derde dag gaan we naar de oude stad La Orotava aan de noordkant van het eiland. La Orotrava is een oude stad met veel 17e- en 18e-eeuwse huizen. Leuk om doorheen te wandelen. Aan de noordkant zijn zwarte stranden waar veel surfers actief zijn omdat er flinke golven staan. Jolanda is de enige die een duik in de zee waagt. De laatste dag bezoeken we het audiotorium dat aan de ingang van de haven staat. Dit gebouw is ontworpen door Calatrava. Dezelfde architect waarvan we de geweldige ‘stad van de kunsten en wetenschappen’ in Valencia hebben bezocht. Ook het auditorium op Tenerife is weer prachtig om te zien. De week is heel erg snel gegaan, maar we hebben er allemaal erg van genoten.

Tja en nu zijn we druk aan het klussen en boodschappen doen. Dit allemaal ter voorbereiding op onze oversteek naar de Carieb. We hebben nog geen exacte planning, maar we willen na nog wat rondtoeren op de Canarische eilanden wel weer via de Kaap Verden oversteken.

dinsdag 13 november 2012

Canaries

We zijn op de Canaries ! Het was even wachten op goed weer, maar vorige week maandag zijn we vertrokken uit Rabat richting de Canaries. Na bijna vier dagen zeilen werden we donderdagavond in het pikkedonker vakkundig door de Dixbay naar de ankerplek bij het eiland Graciosa geloodst.

Binnenkort meer verhalen en foto's over deze oversteek, onze eerste wandeling/klauterpartij op Graciosa, lekkere appeltaart van de Nostress, admiraal zeilen met vier boten naar Lanzarote en de prachtige natuur op dit eiland.

donderdag 1 november 2012

Op pad met Hassan

Zondag 21 oktober stappen we op de trein naar Marrakech om van daaruit een tour van drie dagen door het Atlas gebergte en de woestijn te maken. Na een treinreis van 4,5 uur komen we aan in Marrakech en in de stationshal staat de eigenaar van onze riad (B&B) al te wachten. Als je in Marrakech bent, is het een must dat je het plein Jemaa El Fna bezoekt. We gaan snel op pad zodat we het plein ook nog bij daglicht kunnen zien. Jemaa El Fna is het grootste plein van Afrika en er is een chaotische bedrijvigheid. Je ziet er slangenbezweerders, muzikanten, verhalenvertellers, vrouwen die handen met henna beschilderen en nog veel meer. Een deel van het plein is gevuld met eettentjes waar grote rookwolken bovenuit stijgen. Je kunt er van alles eten; spiesjes, salades, tajines, couscous. Er zijn ook eettentjes met geroosterde geitenkoppen, nou daar zie je dus geen toeristen zitten. Jonge jongens die alle talen spreken prijzen het eetwaar aan. We eten couscous met kip op het plein. Het is inmiddels donker en we weten niet meer precies waar we het plein op gekomen zijn. De massaliteit, drukte en de weg kwijt zijn wordt Ank even teveel. Gelukkig herkennen we snel weer de weg naar onze riad en verlaten we de hectiek van het plein.

De volgende ochtend worden we om half acht opgehaald door onze gids Hassan. We gaan nog langs een andere riad om Nicola, een 19 jarige Australische backpacker, op te halen. Met zijn vieren gaan we drie dagen op pad in een 4x4 toyota. De eerste dag rijden we door het hoge Atlas gebergte via de Tichka Pas (2260 m). In de verte zien we sneeuw op de toppen en de uitzichten zijn geweldig. We lunchen heerlijk in een riad die gerund wordt door een Marokkaans/Frans stel. Het is er heerlijk relaxed en we willen alledrie wel een middagje daar blijven, maar Hassan jaagt ons de auto in: we moeten nog een heel eind rijden. Onderweg stoppen we bij de kasbah Ait Benhaddou, werelderfgoed en een beroemde kashba, die in veel films zoals de Gladiator en Laurence of Arabia, gebruikt is. Omdat er ook decorstukken aan worden toegevoegd, die nadien gewoon blijven staan ga je dus wel twijfelen aan wat nu echt is en wat nep. Als wij er zijn wordt net de film Game of Thrones gefilmd. Nicola gaat helemaal uit haar dak, wij hebben er nog nooit van gehoord. Typisch geval van generatiekloof. Na de kashba rijden we naar Ouarzazate, het Hollywood van Marokko waar filmstudio’s zijn en veel woestijnscènes worden opgenomen. Daarna rijden we door het Draa dal met miljoenen dadelpalmen en vele kashba’s die nauwelijks opvallen omdat ze dezelfde roodbruine aardkleur hebben als hun omgeving. We rijden door Zagora en stoppen in Tamegroute, al sinds de 11e eeuw een religieus centrum, gerelateerd aan de Soefi variant van de Islam. We bezoeken een oude Koranbibliotheek met zeker 4000 oude Arabische boeken, variërend van de koran uit de 11de eeuw tot een wiskundig boek over de stelling van Pythagoras. Via een kashba lopen we naar een pottenbakkerij. In het donker rijden we het laatste stuk naar Mhamid waar we in een hotel van de tourorganisatie slapen. We zijn heel blij dat Hassan rijdt over de hele smalle weg. Af en toe krijgen we bijna een hartaanval als een paar meter voor de auto ineens een onverlichte scooter opdoemt.

Het programma van dag twee is niet zo vol als de eerste dag. In Mhamid houdt de geasfalteerde weg op en begint de woestijn. Na het ontbijt gaan we dan ook per kameel twee uur lang de woestijn verkennen. Het zijn eigenlijk dromedarissen, maar iedereen noemt het kamelen. We hebben geen flauw idee waarom. Ank zit het eerste half uur niet helemaal ontspannen op de kameel, maar Keimpe geniet meteen volop en het lijkt alsof ie al jaren kameel rijdt. Na de kamelentocht gaan we met Hassan naar een traditioneel Berber-dorp waar we in een van de huizen thee gaan drinken. De thee is mierezoet. Wat niet raar is want er gaat een enorme klont suiker in de theepot. Na de lunch gaan we de Erg Chagaga woestijn in. Eerst is de woestijn heel rotsig, maar later dan toch de echte zandduinen. Onderweg komen we nog een kudde kamelen tegen die dorstig staan te trappelen bij een waterbron. Hassan stopt en geeft ze water waarna er prompt nog veel meer kamelen aan komen hollen. We nemen ook nog een kijkje bij een oase. Om half vijf zijn we bij het tentenkamp waar we slapen. We klimmen bovenop een zandduin om de zonsondergang te zien. We zijn niet de enige bezoekers in de woestijn. Eenmaal op de top zien we nog een paar andere tentenkampen en om ons heen zitten meer mensen op de top. Een half uur voor zonsondergang is het licht geweldig. Precies zoals je op de plaatjes of in natuurdocumentaires ziet. Als we terug zijn in het kamp worden we naar onze tent gebracht. Niks kamperen, gewoon een tweepersoonsbed en in een bijtentje een chemisch toilet, douchebak en wastafel (die laatste twee alleen voor de sier). Na een heerlijke maaltijd en een uurtje zitten bij het kampvuur rollen we vroeg ons bed in.

De derde dag gaat de off road tocht verder. Was het gisteren nog rustig, vandaag worden we het eerste stuk helemaal door elkaar geschud (massage volgens Hassan). Het landschap met om ons heen canyons is geweldig. We racen vervolgens een kilometer of 60 over (of is het door?) het bijna altijd droge Iriki meer. Her en der zien we nog resten van de bewegwijzering van de Parijs-Dakar race die hier tot een paar jaar geleden langs kwam. Onze woestijntocht eindigt bij Foum Zguid. Van daaruit gaan we weer over geasfalteerde wegen via het Anti Atlasgebergte en het hoge Atlas gebergte terug naar Marrakech. Het is overal enorm druk, omdat over twee dagen het grote offerfeest is. Iedereen is op weg naar zijn familie en er is overal een levendige handel in schapen, die vervolgens op allerlei manieren naar huis vervoerd worden, zoals op de fiets en brommer. In het begin van de avond zijn we weer in onze riad in Marrakech. De volgende dag hebben we veel vertraging met de trein, maar dat is helemaal niet erg. We hebben zo mooi de tijd om alle indrukken een plekje te geven. Zie ook de foto's !