dinsdag 30 april 2013

Feest op Culebra en Vieques

Terwijl Nederland feest viert om de nieuwe koning zijn wij druk bezig met allerlei klussen aan boord. We zijn inmiddels in een marina op het hoofdeiland van Puerto Rico zelf, maar hebben nog een hoop leuke dingen meegemaakt voor we hier waren.

Nadat er weer wat leven in ons zat na de verkoudheid, hebben we nog een paar mooie wandelingen gemaakt op Culebra. Zo hebben we een stuk van de kustweg gelopen waar op het land prachtige villa’s staan en op het water kleine ‘woonboten’ drijven. We zien hier al een fenomeen, dat we later op Vieques en Puerto Rico nog veel zullen zien. Puerto Ricanen lijken maar geen afscheid te kunnen nemen van hun oude auto’s: bij veel huizen en langs de weg staan wrakken, soms geheel overwoekerd. Plastic- en aluminiumafval wordt apart ingezameld, maar autowrakken staan overal.
   
Na bijna twee weken Ensenada Honda in Culebra vinden we het de hoogste tijd om verder te gaan. We gaan naar Bahia de Tortuga op Culebrita, een klein onbewoond eiland ten oosten van Culebra. Bahia de Tortuga betekent baai van schildpadden en dat klopt, we zien ze regelmatig zwemmen en komen ze al snorkelend ook onderwater tegen. De baai is geweldig mooi en we delen die met een paar andere boten en een paar bezoekers. We wandelen naar een rotspartij waar je kunt baden in een natuurlijke jacuzzi en beklimmen de berg naar een ruïne van een vuurtoren uit 1882 (die nog steeds met behulp van zonnecellen een beetje licht maakt, maar voor wie?). We hadden hier best nog wel wat langer willen blijven liggen, maar de navtex voorspelt stevige wind en hoge swell en dat is in deze baai niet erg comfortabel en veilig.

Na twee nachtjes Culebrita gaan we weer terug naar Culebra. Daar gaan we achter het rif liggen aan  het begin van de baai Ensenada Honda. Hier ligt een woonboot en er zijn ook enkele ‘live-aboards’ op jachten. Ook in de andere baaien en in tenten op het strand wonen aangewaaide mensen van verschillende plekken op de wereld. We kunnen ons voorstellen dat mensen hier niet meer weg komen; het is hier prachtig, superrelaxed, basisvoorzieningen zijn er en natuurlijk het heerlijke Caribische klimaat.
   
Op deze ankerplak hebben we echter een klusje: na twee weken voor anker liggen in de Ensenada Honda zat er stinkende aanslag op de ankerketting; dus schrobben maar. Aan het eind van de middag gaat het flink waaien en we besluiten weer de Ensenada Honda in te gaan, omdat we daar beter beschut liggen. De Hollandse driekleur wappert er volop met vijf Nederlandse boten in de baai. Het is vrijdagavond en we gaan met vier Nederlandse boten een biertje drinken bij de Dinghy Dock. Daarna eten we er nog met een deel van de bemanning van de Islay. Ank is zondag jarig en we spreken met de Islay af om dit te vieren in de volgende baai op Culebra, Bahia Almodovar. Dit is een ruime baai met prachtig blauw water, zonder deining en vrijwel geen andere boten.

Zaterdagavond begint het feest al: Tim heeft een appeltaart gebakken en Noor heeft een prachtige kroon gemaakt. We eten heerlijke kip-pesto-pasta gemaakt door Tim. Het is erg gezellig en voor we het door hebben is het twee uur in de nacht. Marijn is nog wakker en brengt ons terug naar onze boot. Na heerlijk geslapen te hebben worden we opnieuw opgehaald voor koffie met appeltaart om Ank’s 50-ste verjaardag te vieren. Het lukt Ank om de ‘33’ kaarsjes in één keer uit te blazen. De mannen gaan surfen en ook Keimpe doet een poging om te surfen op het kleine surfboardje; dat vergt dus iets meer oefening. Relaxed komen we de dag door en we besluiten om in de baai te blijven liggen. We eten opnieuw aan boord van de Islay, maar het wordt dit keer niet zo laat. Al met al een heerlijk weekend en een geweldige manier om een bijzondere verjaardag te vieren. Berend, Kirsten, Tim, Marijn en Noor: bedankt voor de gezelligheid !!

Op maandag vertrekken we naar Vieques. Het tweede eiland voor de oostkust van Puerto Rico. Dit eiland is 60 jaar lang een Amerikaanse marinebasis geweest en werd gebruikt voor schietoefeningen. In 2003 hebben de Amerikanen zich teruggetrokken, maar nog steeds zijn stukken land verboden gebied in verband met achtergelaten explosieven. Daar komen we ook achter als we bij Isla Chiva willen ankeren. Volgens de pilot is dat geen probleem, maar er drijven boeien met waarschuwingen voor explosiegevaar en ook op het strand staat elke 50 meter een groot waarschuwingsbord. Geen fijne plek om te ankeren, besluiten we. We varen door naar Sun Bay, een ruime prachtige baai waar we sinds lange tijd weer open zee zien met achter ons een stralend wit zandstrand met wuivende palmen.

De volgende dag varen we een baaitje verder naar het plaatsje Esperanza, waar we ’s avonds kreeft willen eten om nog een keer Ank’s verjaardag te vieren. In de baai ligt ook de Finse Serena met Arja en Henrik. Ze komen een biertje drinken en zingen Ank toe. De eerste helft lijkt op ‘lang zal ze leven’, maar dan is de melodie totaal verschillend met zoals wij het kennen. Grappig om te horen. Bij Esperanza struinen we wat rond op de nabijgelegen ongerepte palmenstranden. Daarbij maken we tot grote schrik van Ank kennis met de overal rondlopende wilde paarden. Ank springt bijna bij Keimpe op de schouders als een paar paarden in volle galop langs komen stuiven. ’s Avonds eten we verse kreeft, heerlijk ! Dan wil je elke dag wel jarig zijn, haha.

De volgende dag gaan we samen met de Serena naar Green bay aan de westkant van Vieques. We maken een strandwandeling maar worden plat gestoken door strandvlooien, dus het wordt een korte wandeling. De Serena nodigt ons uit voor koffie met gebak om nogmaals Ank’s verjaardag te vieren. Tja en omdat de zon ondergaat drinken we daarna ook een sundowner.

Inmiddels liggen we alweer een paar dagen in marina Puerto del Rey op het hoofdeiland van Puerto Rico en hebben we een tour gemaakt over het eiland, waarover snel meer.

zondag 14 april 2013

BVI en Culebra

Na de regenachtige paasdagen gaat de zon weer als vanouds schijnen. Vanaf  Tortola varen we naar Jost van Dyke. Volgens de plaatselijke legende was Jost van Dyke een 17e-eeuwse Hollandse piraat, maar daarvoor zijn we niet naar dit eiland gegaan. Op Jost van Dyke is de Soggy Dollar Bar en daar hebben ze de painkiller uitgevonden en die willen we natuurlijk aan de bron proeven.

Recept painkiller:
- 1 deel jus d'orange, ananassap, zoete kokosmelk
- Flinke scheut donkere rum
- Veel crushed ice
- Tenslotte wat nootmuskaat erop strooien
- Bij voorkeur opdrinken tijdens een tropische zonsondergang (kenners hebben het dan over een sundowner)

Op Jost van Dyke gaan we naar Great Harbour waar we de mooring van de Islay overnemen. De Islay is een Nederlands jacht die we afgelopen zomer op Mallorca hebben ontmoet. We spreken af om de volgende dag kreeft te gaan eten op Norman Island. Maar, de plannen worden omgegooid. Het laden van de accu’s met de motor wordt steeds moeilijker en via internet komen we erachter dat we in Puerto Rico een nieuwe regelaar kunnen kopen. Dus eerder dan gepland verlaten we de British Virgin Islands. De eilanden hebben prachtige stranden omringd door mooi helder blauw water en ondanks de vele charterboten die er rondvaren nog rustige ankerplekken. Toch vinden we het niet erg om weg te gaan. We hebben het gevoel dat we in een recreatiepark rondvaren met op elk eiland een of meer attracties. Je hebt zo niet het gevoel dat je een land bezoekt. Tja en ook nog cocktails in plastic bekertjes .....

We gaan niet direct naar het hoofdeiland van Puerto Rico, maar stoppen eerst bij Culebra. Een klein eiland van 11 km bij 5 km. De zeiltocht er naartoe voert ons langs de prachtige ruige noordkust van St. Thomas. We ankeren bij het stadje Dewey in de baai Ensenada Honda. We kunnen inklaren op het vliegveld. Dit gaat razendsnel want de beambte moet, zoals elke dag, het vliegtuigje halen die hem in 12 minuten naar het hoofdeiland van Puerto Rico brengt. Met je dinghy kun je aanleggen bij het Dinghy Dock restaurant. Het is er altijd vol met gestrande Amerikanen (en Russen) en zeilers die in de baai liggen. Door de muziek en het eten hebben we het gevoel in Latijns Amerika te zijn.

De volgende dag gaan we met de ferry naar Fajardo. Vandaar nemen we een taxi naar West Marine, een grote watersportwinkel waar ze een regulator voor ons opzij hebben gelegd. Ze blijken ook nog antennekabel voor onze SSB te hebben. We zijn helemaal gelukkig. We missen helaas de ferry terug van drie uur ’s middags en moeten een paar uur wachten. Gelukkig is er een klein barretje waar we genieten van, Latijns-amerikaanse muziek, een burrito en een koud lokaal biertje, Medalla.

Als we ’s avonds weer aankomen bij het Dinghy Dock restaurant zitten Arja en Henrik van de Finse boot Serena aan de bar. Ze vertellen dat er die avond live muziek is. Nou dat lijkt ons wel leuk, dus we blijven. We hebben een erg gezellige avond, kletsen o.a. met Chat, een zeer belezen Amerikaan van een jaar of 80, en dansen op de swingende muziek van de band.

De dagen daarna zijn we druk bezig met klussen en water halen. Je kunt niet met de boot aan de kant komen, dus Ank vaart 5 keer met de dinghy heen en weer om uiteindelijk zo’n 300 liter water te halen. We kunnen weer goed stroom laden en de SSB werkt ook weer naar behoren. Hoera!

Tijd om Culebra verder te verkennen. We huren een mountain bike en fietsen als eerste naar Flamenco Beach, een van de vijf mooiste stranden van de wereld. Het fietsen valt niet mee, vooral de twee pittige heuvels zorgen ervoor dat we flink moe en warm worden. Het strand is erg mooi en rustig. Vlak achter het strand staat een half vergane tank, door de Amerikanen achtergelaten. Een raar gezicht, zo’n brok roest aan het witte strand. Na nog een uurtje fietsen houden we het voor gezien, het is te warm. Terug in het Dinghy Dock restaurant komen we Ulla en Pelle tegen van de Zweedse Loupan. We hebben elkaar al ontmoet bij Jost van Dyke en ze nodigen ons uit voor een sundowner bij hun aan boord. Pelle vult onze memorystick met Caribische muziek die hij de afgelopen maanden heeft verzameld. Het is wel heel gezellig hier. De volgende dag komt de Islay van Berend en Kirsten ook nog naast ons liggen. Onder het genot van een biertje praten we bij.

Culebra bevalt ons wel, er heerst altijd een zondagmiddagse rust en prettige sfeer en we komen moeilijk weg. Dit heeft echter ook te maken met een door Ank en Keimpe gedeelde voorhoofdsholte ontsteking en verkoudheid. Als we uitgesnotterd zijn gaan we Puerto Rico verder bekijken.

maandag 1 april 2013

St. Croix en Tortola

Vanaf Saba zeilen we naar St. Croix, een van de US Virgin Islands. De US Virgin Islands zijn lange tijd bezit geweest van Denemarken voordat de Amerikanen ze kochten voor militaire doeleinden. Op St. Croix, de rustigste van de USVI, vind je het meeste van de Deense historie terug. Bij St Croix gaan we bij Christiansted, de hoofdstad met een Historisch Deens centrum, aan een mooring liggen en klaren ons in. Dit gaat soepel en snel, al zijn er wel onze vingerafdrukken voor nodig.

We gaan met de dinghy naar Kings Wharf, de plek waar vroeger de slaven aan land kwamen en waar nu allemaal kroegjes en restaurants zijn.  We merken meteen dat we op Amerikaans grondgebied zijn. De mensen spreken een wat lijzig traag engels. In de bediening werken dames, van naar schatting boven de 70. Je hebt als je wat besteld allerlei keuzes voor wat je er bij wilt en of het groot, klein of medium moet zijn. De auto's zijn vrijwel zonder uitzondering erg groot, evenals de shoppingcenters. En er lopen allerlei stoere mannen rond met sik en een zakdoek op hun hoofd. Maar we zijn aangenaam verrast door de gemeende vriendelijkheid en behulpzaamheid van de mensen. We worden constant aangesproken voor een praatje, waarbij we regelmatig voor Denen worden aangezien.

Op het eiland bezoeken we een oude plantage en de rumdistilleerderij. Om er te komen huren we een scooter. Nou, was een hele belevenis. Ze rijden hier, evenals op de andere Maagdeneilanden, links (het stuur hebben ze ook links, wat wij de verkeerde kant vinden). Omdat het moeilijk wennen is, roepen we onderweg vaak luid tegen onszelf: Links, links, links. We gaan maar een keer de mist in, maar dat loopt goed af. Gelukkig wordt er rustig gereden en is iedereen heel behulpzaam en regelmatig wordt ons, gevraagd of ongevraagd, de weg uitgelegd.

Na de tank vol te hebben gegooid (4 liter benzine voor 3,5 euro, oeps) gaan we op weg naar het Whim Plantation Museum. Het is een oude plantage met een gerestaureerd buitenhuis en de resten van de molen en de fabriek waar de rietsuiker werd verwerkt. De gids geeft een leuke rondleiding door het huis en via foto's en tekst krijgen we een beeld van het leven op de plantage. Het leven en werken was loeizwaar, vandaar dat er slaven werden ingezet. Met afschaffing van de slavernij en de opkomst in Europa van de suikerbiet, is de teelt van suikerriet in het Caraibisch gebied grotendeels verdwenen.

Na de plantage gaan we naar de Cruzan distilleerderij, waar al sinds eeuwen rum als bijprodukt van rietsuiker wordt gemaakt. Het is nu een moderne destilleerderij en we krijgen een korte priverondleiding door de fabriek. De rietsuiker komt tegenwoordig uit zuid Amerika. Na het maken van de rum wordt deze opgeslagen in eikenhouten vaten om te rijpen. De ruimte waar de vaten liggen, ruikt geweldig. Na afloop mogen we natuurlijk proeven, maar we houden ons in want we moeten weer op de scooter terug (links, links, links).

Na de toer over het eiland gaan we een nacht bij Buck Island voor anker. Het ligt een uurtje varen van Christiansted en je kunt er erg mooi snorkelen. Het is een nationaal park en om er te ankeren heb je een permit nodig. Langs de kust van het eiland plonzen continu pelikanen in het prachtige groenblauwe water en vliegen er fregatvogels rond of er nog een visje te jatten valt. Onderwater is het rijk aan vissen. Keimpe ziet ook grotere zoals een rog en een haai. Bij anker opgaan worden we bewonderd door Pim en Hanneke van de Nederlandse zeilboot Nelly Rose en we worden op de foto gezet. Als een van weinigen doen we dit nog met de hand, dat wil zeggen Ank's hand. En dat levert nogal eens commentaar op.

We varen weer terug naar Christiansted om boodschappen te doen en uit te klaren. De dag erop vertrekken we naar Tortola, een van de British Virgin Islands. We gaan voor anker bij Road Town. Het is nou niet meteen de meest geweldige plek, maar daar zijn wat watersportwinkels om spullen voor de boot te kopen.

Na Road Town gaan we naar Nanny Cay waar de boot uit het water gaat voor nieuwe antifouling. Als we 's morgens om 9 uur bij de werf zijn, staat onze reservering niet op de lijst. Maar ondanks alle drukte, niks aan de hand: we worden er gewoon tussen geschoven en om 11 uur staan we op de kant en kunnen we aan de slag. We hebben drie dagen hard gewerkt. Elke avond konden we heerlijk douchen bij het hotel van de marina. Daarna een lekker biertje bij de beach bar, een hapje in het restaurant en uitgeput het bed in, dat onnatuurlijk stil ligt.

We liggen nu in een rustig baaitje aan de oostkant van Tortola. Lekker even bijkomen van het harde werken, een eitje eten (het is tenslotte pasen) en een boekje lezen. Het is zwaarbewolkt en de buien komen links en rechts voorbij. Of de zon weer terugkomt lees je de volgende keer...