vrijdag 27 juli 2012

Muziek, zon, zee, wind en zand


We verlaten de hittegolf in Lissabon en hebben een heerlijke zeiltocht naar Sines. De voorhaven van Sines is een commerciële haven met veel industrie. Maar als je eenmaal in de jachthaven ligt merk je niks meer van deze industrie. We komen om 9 uur ‘s avonds aan en worden verwelkomd door de muziek van de plaatselijke Guus Meeuwis. Naast de jachthaven is het Tasquinas festival gaande. Een terrein vol kraampjes waar lokale lekkernijen worden geserveerd en er is dus een podium met optredens. Het eten in elke kraam wordt verzorgd door een vereniging uit Sines, variërend van de gymclub tot de communistische partij. Als we de dag erop door Sines lopen worden we ‘overvallen’ door de rust, relaxtheid en eenvoud. Heerlijk na 10 dagen Lissabon.

’s Avonds nog meer muziek op de binnenplaats van het kasteel van Sines: de start van het Festival Musicas do Mundo (optredens van wereldmuziek in heel veel landen) . We eten eerst op het terrein van het Tasquinas festival en gaan daarna naar het kasteel. Rondom het kasteel waan je je 40 jaar terug door de vele hippies met dreadlocks, die sieraden en kleren verkopen, een beetje wiet roken en rondhangen. We zien die avond drie optredens. Als eerste Narasito, een 11 koppige band van de Salomon eilanden, die een wervelend optreden verzorgen. Alle instrumenten zijn van bamboe, zoals panfluiten van handzaam formaat tot meterslange baspanfluiten (wat een bijzonder gezicht is als deze bespeeld worden) en verschillende vormen van slagwerk. De meeste bandleden spelen panfluit en er zijn twee drummers en een zanger. Ze spelen en dansen een uur lang heel enerverende muziek en zien er dan nog uit alsof ze nog een paar uurtjes door kunnen gaan. Daarna is er een optreden van de Otis Taylor band uit de VS. Meneer Otis heeft een enorm ego en loopt vooral zijn bandleden te intimideren. We snappen niet helemaal wat zijn muziek met wereldmuziek heeft te maken. We hebben even op internet gekeken en zijn muziek wordt trance blues genoemd. Nou een ding is zeker, wij kwamen niet in een trance van al die herhalingen in zijn muziek. Zelfs de wietlucht om ons heen hielp niet. Eigenlijk vonden we het saai en we hadden het ook nog koud. Het derde optreden maakte weer veel goed: De zanger Bombino met Touareg-band uit Niger. Ze begonnen met een paar akoestische nummers, maar kwamen pas goed los met elektrische gitaren en een drumstel.  Dit was de eerste keer dat we ‘rockende arabieren’ zagen, die behoorlijk uit hun dak gingen.  Dat is toch even wennen, alsof je naar een persiflage van de VPRO zit te kijken. Met suizende oren duiken we een uur of drie ons bed in. We worden een beetje gammel wakker en blijven nog een dagje in Sines.

De dag erop gaan we op weg naar de Algarve. Hiervoor moeten we rond de kaap Sao Vincente. Het kan hier flink waaien en daarom zorgen we ervoor dat we net na zonsondergang, als de wind wat is afgenomen, de kaap ronden. Om een uur of elf ankeren we bij Sagres een uurtje varen voorbij de kaap. We blijven er een dag liggen. Het waait er stevig en we wagen het maar niet om met ons bijbootje naar het strand te gaan. Als we verder gaan,  hebben we het eerste stuk 30 knopen wind, pffff. Gelukkig is het na een uurtje een stuk rustiger met de wind en genieten we van de prachtige zandrotskust met grote gaten en grotten.  Jammer dat de mensen die in de appartementen en hotels bovenop de rotskust zitten dit niet kunnen zien vanaf hun balkon. We gaan ankeren bij Portimao. Een leuke plek, aan de ene kant zie je de stad (een iets minder mooi uitzicht), maar aan de andere kant een prachtig strand met rotskust.

Nu liggen we bij het eiland Culatra in de ria Formosa bij Faro. Culatra is zand, zand en nog eens zand. We liggen voor anker bij een bomvol vissershaventje. De bewoners wonen in kleine witte huizen op het strand. Sommige bewoners doen erg hun best om tuintjes te houden. Ongelofelijk dat het ze lukt om rozen en zonnebloemen in leven te houden op de zandgrond. Door het dorp liggen betonplaten waarover je kunt lopen. Her en der staat er een tractor, maar dat is dan ook alles wat je ziet aan vervoersmiddelen. We wandelen dwars over het eiland en komen bij een lagune waar voornamelijk (gestrande) catamarans liggen. Als we er vlak langs lopen, blijken meerdere boten bewoond te zijn en te zien aan de aangelegde tuintjes en omheiningen wonen ze daar ook al een tijd. Een boot staat zelfs bovenop een duin. Hoe die ooit wegkomt? We drinken een biertje op het terras met een Nederlands stel en eten een heerlijke visschotel. Het lijkt wel een beetje op de Carieb. Kortom: life is good!

Geen opmerkingen:

Een reactie posten