We liggen alweer een paar dagen
in Gibraltar en nou hoort het bij Groot Brittanië, maar ze praten hier
“Spanglish”, een combinatie van Spaans en Engels. Over Gibraltar zo meer.
Na Culatra zijn we naar Ayamonte
gevaren, een plaatsje aan de Spaanse zijde van de grensrivier Guadiana. Daar
vullen we de bootvoorraad aan, spelen we loodgieter (nieuwe WC geïnstalleerd en
afvoerslang ontstopt) en kletsen we met de Nederlandse buren.
Daarna zeilen we naar de baai van
Cadiz. Na een tip van de buren in Ayamonte gaan we in Rota met de boot liggen
en gaan we van daaruit met de ferry naar Cadiz. Zowel Rota als Cadiz zijn
prachtige plaatsen. Zie de foto´s.
We besluiten om vanuit Rota in
twee etappes naar Gibraltar te gaan. Eerst naar Barbate (40 mijl) en de dag erop
naar Gibraltar (36 mijl).
Onderweg naar Barbate komen we langs de Cabo Trafalgar. Bij deze kaap heeft
Nelson in 1805 Napoleon verslagen. En zo komt dus Trafalgar Square in Londen
aan zijn naam.
In Barbate liggen we naast twee
zeiljachten (Thalassa en Jariboe) die ook naar Gibraltar gaan. Met een glaasje
wijn bespreken we de tocht naar Gibraltar en wisselen ervaringen uit, een
gezellige avond. De volgende morgen vertrekken we gezamenlijk en we houden
onderweg contact via de marifoon. Het kan heel hard waaien in de straat van
Gibraltar en je moet er altijd voor zorgen dat je wind mee hebt. Bij de plek
waar het volgens de boeken 300 dagen per jaar meer dan 30 knopen waait
(Tarifa), hebben wij 10 tot 15 knopen wind. Het is een prachtige tocht. Het is
erg helder en je ziet Marokko heel goed liggen. De Thalassa vaart voorop en
roept op dat ze vlak bij Gibraltar heel veel wind hebben (windkracht 7/8). We
leggen snel twee reven en rollen de genua in. Met dit kleine lapje zeil gaan we
nog 8,5 knopen (ok, ook veel stroom mee). Wij gaan naar Marina Bay in Gibraltar
en de andere twee boten naar de marina in het Spaanse La Linea.
We liggen nu dus alweer een aantal
dagen in Gibraltar, een wonderlijke wereld. Om te beginnen met de jachthaven.
We liggen onder de rots en vlak naast de enige start- en landingsbaan van het
vliegveld van Gibraltar, waar enkele keren per dag kleinere vliegtuigen landen
en vertrekken.. De eerste keren dat we een vliegtuig zagen landen op nog geen 100 meter afstand keken
we onze ogen uit. (Omdat de ruimte in Gibraltar erg beperkt is kruist de
landingsbaan de toegangsweg vanuit Spanje, die met slagbomen wordt afgesloten
als de landingsbaan gebruikt moet worden.) In de jachthaven liggen aardig veel
Engelse boten die er zeker al een paar maanden liggen en er heerst een rustig
sfeertje.
Het schiereiland Gibraltar is 6
km², bestaat voornamelijk uit de rots en toch wonen er 30.000 mensen. Er zijn
enorm veel auto’s en scooters terwijl er maar 54 km asfalt is. De Mainstreet
is de winkelstraat en te vergelijken met de Kalverstraat op zaterdagmiddag. Er
komen heel veel toeristen taxfree shoppen. Zo ook de Spanjaarden, maar zij
mogen geen taxfree koopwaar de grens mee over nemen, denken wij. We zagen
namelijk in een achterafstraatje Spanjaarden druk bezig met het verstoppen van
pakjes sigaretten in hun scooter.
De mensen spreken hier dus met een
onverstaanbaar dialect (Spanglish) en er is een mengelmoes van culturen en
godsdiensten. Er zijn naast de Engelsen in ieder geval Indiërs, Ieren, Marokkanen
en Joden. Het nationalistische gevoel is erg groot; overal wapperen Engelse
vlaggen. Tevergeefs heeft Spanje enkele keren getracht Gibraltar in te lijven,
maar via referenda hebben de mensen hier steeds te kennen gegeven onder Engelse
vlag te willen blijven. Bij het naderen van de jachthaven werden ons ook al
vanaf de kant toegeroepen dat we de Engelse vlag in het zijwant moesten hijsen,
weg met dat Spaanse vlaggetje.
Dan heb je natuurlijk nog de apen.
We zijn met de kabelbaan de rots omhoog gegaan en boven wordt je meteen omringd
door apen in allerlei formaten. Je wordt gewaarschuwd ze niet te voeren en geen
tassen los mee te nemen, omdat de apen dan agressief kunnen worden, maar de
taxichauffeurs voeren ze stiekem wel om ze naar de toeristen te lokken. We zijn
op de berg nog naar een grot (St.. Michaels Cave) geweest en naar een
tunnelstelsel. In de berg zit een tunnelstelsel van 52 km en een klein deel is
sinds een paar jaar opengesteld voor publiek. De grot is in oorlogstijd een
ziekenhuis geweest en de tunnels zijn gemaakt om belegeraars van boven te
bestoken en jezelf te verschansen. Overigens is Gibraltar met behulp van
Nederlandse schepen in een Engelse vloot veroverd op de Spanjaarden. Het had
dus niet veel gescheeld of we hadden hier Nederspaans kunnen spreken.
Het is hier lekker warm en als de
wind weer de goede richting opblaast, gaan we verder richting de Balearen.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten