woensdag 20 mei 2020

Oversteek Azoren deel 1

Het is dinsdagmiddag 19 mei, buiten is het 34 graden en in de kuip staat de parasol op om ons te beschermen tegen de brandende zon. De motor knort en brengt ons met een knoopje of vier richting het Noorden. We zijn een hoge druk gebied ingevaren, er is nagenoeg geen wind meer ... 

We zijn inmiddels alweer vijf dagen onderweg. Op donderdagmiddag gooien we de trossen los en worden we onder luid getoeter uitgezwaaid door de bemanning van de Feeks. We motoren de baai, waar we zo lang noodgedwongen verbleven zijn,  uit en krijgen nog een laatste keer bezoek van de coast guard die met hoge snelheid op ons af komt varen en na een korte check ons goede vaart wenst. Dan hijsen we de zeilen en varen langs Sint Maarten. Als we het eiland bijna voorbij zijn, vallen we bijna stil. We hebben een lijn achter ons aan slepen met daaraan waarschijnlijk een kreeftenfuik. Nee, niet weer een lijn vast onder de boot!! We strijken de zeilen en brengen de boot voor de wind. Gaia stampt flink op de deining met de kreeftenkorf als een soort drijfanker. De kont klapt met veel geweld op het water, dus de zwemtrap op de spiegel gebruiken is geen optie om onder de boot te kijken. We gebruiken de extra trap die we kunnen bevestigen aan de zijkant van de boot. Met duikbril op en flippers aan gaat Keimpe het water in. Er zit een drijfboeitje van de lijn achter een van de schroefbladen. Met een mes getaped aan de pikhaak weet hij de lijn los te snijden. We zien twee boeitjes achter de boot verdwijnen. Na 1,5 uur kunnen we verder met onze tocht. Maar de roerige start is nog niet voorbij. We stampen aardig tegen de oostenwind en krijgen veel water over dek. Dan blijkt dat het lekt binnen bij een van de zijraampjes en een wantputting. Water lekt op de laptop en in onze zeekooi. Gadver. We voeren een noodreparatie uit en plakken aan de buitenkant ducktape langs de lekkende randen en binnen bevestigen we doekjes op de plekken waar de lekkages zijn. Een 'enerverende' start dus. 

De eerste drie dagen is de zee roerig en we varen aandewind naar NNE met dubbelgereefd grootzeil. Al vanaf de eerste dag is alles zout, buiten en binnen en wij ook. We maken dagafstanden van ca 130 zeemijl. Zondag aan het eind van de dag begint de wind af te nemen, omdat we steeds meer het hogedrukgebied naderen. We hebben meer tijd om van de zee te genieten, de vergezichten, de wolkenpartijen, de buien, de vogels en het hypnotiserende blauwe water. We kunnen nog wel zeilen, maar de snelheid wordt minder. Maandagmiddag gaat voor het eerst de motor aan en weer uit en weer aan en weer uit. We zitten in een buiengebied en de windsterkte en -richting varieert sterk. Een bui is zo heftig dat we in de kuip kunnen douchen, heerlijk! Een deel van maandagnacht en dinsdagmorgen hebben we kunnen zeilen, maar sinds 12 uur staat de motor aan. Keimpe repareert met het rustige weer de lekkages en hopelijk krijgen we geen lekkerij meer. De stemming aan boord is goed. We hopen wel dat we snel weer wind krijgen, maar de verwachtingen zijn veranderlijk en het is samen met Marcel (onze walkapitein voor het weer) puzzelen welke route we gaan nemen in de tweede helft van deze week.

1 opmerking:

  1. Stoere zwager! En Ank, jij moedigt hem aan? 1 grote oceaan: welke route neem je dan in vredesnaam?! Wij ontberen zeeverstand, dat is duidelijkšŸ˜

    BeantwoordenVerwijderen