vrijdag 13 maart 2020

Gedoe met water, Ank’s eerste keer en een zwaar besluit

Het tochtje van Les Saintes naar Ilet du Grosier op Guadeloupe, een mijl of 20, begon rustig. Mooie wind, lekker zonnetje. We wisten dat er eventueel buien over zouden kunnen komen, maar de buienradar laat weinig nattigheid zien. Met gereefd grootzeil en genua zeilen we aan de wind met zo’n 15 knopen wind. Na een uur zien we een grijze lucht aankomen, waar stortregen en harde wind uit blijkt te komen. We halen de genua weg en zeilen door met dubbel gereefd zeil, om de windstoten op te vangen. Juist op dat moment horen we binnen een alarm afgaan! Wat nu? Ank gaat kijken: het is het bilgealarm. Dat gaat af als er onderin de boot water staat en de automatische bilgepomp aangeslagen is. Waar komt het water vandaan? En hoeveel komt er binnen? Ank gaat sturen en Keimpe gaat naar binnen om als eerste alle afsluiters dicht te doen en dan te onderzoeken waar het water vandaan komt. We zetten de motor bij en varen flink aan de wind door de bui met striemende regen en veel wind. Gelukkig komt Keimpe er vrij snel achter dat het water uit de ankerbak komt. Als hij het ankerluik opent staat de ankerbak helemaal vol water. Stom, stom stom, stom! Het buiswater dat in de ankerbak loopt kan niet weg omdat de loosgaten dicht zitten. Vanwege een reparatie in Les Saintes van de ankerlier - die in de ankerbak staat - heeft Keimpe de loosgaten dichtgestopt om verlies van losse onderdelen te voorkomen. Het buiswater in de ankerbak loopt over in de kettingkluis en vandaar sijpelt het de boot in. Terwijl de wind buiten blijft gieren en regen rijkelijk uit de hemel blijft komen, gaat Keimpe gaat aan de slag met pompen, puts en sponzen om de grootste nattigheid uit de boot te krijgen. Ank wordt dweilnat en koud achter het stuurwiel. Waarom nu dit oncaribische weer? Bij aankomst op Guadeloupe zijn we twee dagen bezig om de boot te ontzouten, ach we zien het maar meteen als een soort voorjaarsschoonmaak. Voor carnaval is de boot weer spik en span.

Ook in Guadeloupe wordt carnaval gevierd. Het begint hier al begin januari met als hoogtepunt dezelfde dagen als in Nederland, voor de vastentijd. Op zondag gaan we naar de grande parade in Point-a-Pitre. De Europeanen hebben Carnaval naar de Carieb gebracht, maar het heeft hier geleidelijk een Caribische draai gekregen waarbij ook wordt verwezen naar de tijd van de slavernij. Zo zie je in de parade regelmatig groepen jongens met een apenmasker op hard met een zweep van touw slaan, wat klinkt als vuurwerk.


De parade is vol met kleur en dans, maar staat ook regelmatig stil. Alle groepen moeten langs een jury wat voor oponthoud zorgt. Het is erg warm, en niet alleen voor ons, want sommige deelnemers worden afgevoerd en het publiek schuilt onder paraplus. Toch genieten we van de muziek en alle mensen om ons heen.

Na het carnaval varen we naar het volgende eiland Antigua. We weten niet hoe we het voor elkaar krijgen, maar onderweg hebben we elk keer fikse regenbuien en harde wind. Antigua ligt bij aankomst in een grauwe grijze sluier van druilerige regen, weer niks Caribisch weer. We ankeren bij Jolly Harbour in prachtig blauw water. Op deze mooie plek liggen we twee dagen en genieten van de omgeving, jagende pelikanen en jagende vissen rondom de boot. Ook beleeft Ank hier haar eerste keer! Bij zonsondergang als de zon in de zee verdwijnt, ziet ze voor het eerst de befaamde ‘groene flits’ als het laatste stukje oranje zon dat achter de horizon verdwijnt groen oplicht.

De supermarkt hierzo heeft een Amerikaans assortiment en ze hebben werkelijk alles, zelfs boerenkool. De prijzen zijn schrikbarend hoog; voor een klein bakje yoghurt van 100 ml betaal je zo 5 euro. Dus we ontbijten de afgelopen dagen met zelf(door K)gemaakte griesmeelpudding, helemaal geen straf :-). 

Na een lekker zeiltochtje gaan we voor anker in Falmouth Harbour, met een marina voor super-mega- en andere veel te grote en glimmende jachten. Op zondag gaan we naar de Sunday Party op Shirley Heights. Al meer dan 30 jaar is hier elke zondag een feest vanaf een uur of vier. Eerst speelt er een steelband en daarna een reggaeband. Er zijn bars waar je rumpunch kunt krijgen en er is een BBQ. Er komen enorm veel toeristen op af. Want naast het feest heb je op Shirley Heights ook een prachtig uitzicht op English en Falmouth Harbour en de zonsondergang is adembenemend. De steelband was geweldig, maar de reggaeband viel tegen. Dus we gaan terug met de taxi en nemen nog een afzakkertje in het clubhuis van de yacht club. Daar ontmoeten we Karam uit Weymouth die op bezoek is bij zijn vader die schipper is op grote zeiljachten hier in de Carieb. Het wordt een gezellige avond met de nodige cocktails. In Falmouth Harbour vervullen we ook onze missie om een meegenomen pakketje van de eigenaresse van restaurant Dokjard in Groningen te overhandigen aan Abe, een vriend van haar uit haar stage van 10 jaar geleden hierzo. We blijven nog een paar dagen in Falmouth Harbour en maken een paar prachtige wandelingen langs de kust. 

Tijd om weer verder te gaan, maar.... bij het water tanken bij de yacht club krijgen we een dunne lijn, die vrijwel onzichtbaar vanaf de kant het water in gaat, vast onder de boot. Het duurt even voor ie los is, maar dan kunnen we vertrekken. Al snel blijkt dat de lijn toch in de schroef zit, dus we gaan aan een mooring liggen. Keimpe is zeker drie kwartier bezig om de lijn uit de schroef te krijgen. Dit akkefietje heeft nog wel een staartje want het blijkt dat de afdichting van de schroefas een knauw heeft gekregen en een beetje water naar binnen lekt. Niks wat ons nu belet verder te gaan, maar voor de volgende oceaanoversteek moet er wel een nieuwe op.

De dag erop vertrekken we echt en gaan richting Nonsuch Bay om te snorkelen. Onderweg komen we nog de laatste roeiboot met twee dames - waarvan één van 64 jaar oud/jong - tegen van de Talisker Whisky Atlantic Challenge, een roeiwedstrijd van 3000 mijl van La Gomera (Canarische Eilanden) naar English Harbour op Antigua. De start was op 12 december, dat betekent dat de dames er 86 dagen over hebben gedaan, een gemiddelde snelheid van 1,5 mijl. We hebben ze nog even goed aangemoedigd en een applausje gegeven. Dat konden ze wel waarderen.

In Nonsuch Bay liggen we achter een rif met uitzicht op de oceaan. Ongelofelijk dat een rif ervoor zorgt dat je zo rustig ligt, terwijl aan de zeezijde de golven erop stukslaan. De dag erop gaan we snorkelen met Stef en Manon van de Long John Silver. Veel rif is dood of bedekt met een laagje ‘stof’, maar we zien toch genoeg mooie vissen en zelfs een rog. We proberen een nieuwe manier uit om in de dinghy te komen (zie dit filmpje) en het werkt! We zijn wel met de grote dinghy van Manon en Stef en moeten nog even uittesten of deze omgekeerde koprol ook werkt bij onze kleine dinghy, of dat die de koprol maakt in plaats van ons.

Na Nonsuch bay zeilen we langs de kustlijn weer terug naar Jolly Harbour. Een mooie tocht, niet alleen de kust maar ook het uitzicht van de superjachten die op zee aan het oefenen zijn voor de Super Yacht challenge, een wedstrijd die op 11 maart start. In Jolly Harbour staat veel swell als gevolg van een koufront ter noorden van het Caribisch gebied. Het zo heldere water van een week geleden is nu helemaal troebel, maar de kleuren blijven geweldig. We gaan kort de marina in voor wat klussen en de nodige boodschappen. 

De volgende stop wordt Barbuda, een klein eiland met ongeveer 1800 inwoners 25 mijl ten noorden van Antigua. Ons plan is nieuwe eilanden en plekken te ontdekken van hier tot Puerto Rico en niet naar Cuba te gaan. Dit laatste was een moeilijke beslissing, omdat Ank naar Cuba gaan niet ziet zitten, terwijl Keimpe er juist veel zin in heeft. In het verkennen van nieuwe plekken ‘hier’ in dit oostelijk deel van de Cariben hebben we beiden inmiddels weer veel zin. Hoe dit gaat uitwerken in verband met het oprukkende Coronavirus is wel spannend; we zullen ondervinden. 

Klik hier om de foto’s te bekijken.

Geen opmerkingen:

Een reactie posten