maandag 1 april 2013

St. Croix en Tortola

Vanaf Saba zeilen we naar St. Croix, een van de US Virgin Islands. De US Virgin Islands zijn lange tijd bezit geweest van Denemarken voordat de Amerikanen ze kochten voor militaire doeleinden. Op St. Croix, de rustigste van de USVI, vind je het meeste van de Deense historie terug. Bij St Croix gaan we bij Christiansted, de hoofdstad met een Historisch Deens centrum, aan een mooring liggen en klaren ons in. Dit gaat soepel en snel, al zijn er wel onze vingerafdrukken voor nodig.

We gaan met de dinghy naar Kings Wharf, de plek waar vroeger de slaven aan land kwamen en waar nu allemaal kroegjes en restaurants zijn.  We merken meteen dat we op Amerikaans grondgebied zijn. De mensen spreken een wat lijzig traag engels. In de bediening werken dames, van naar schatting boven de 70. Je hebt als je wat besteld allerlei keuzes voor wat je er bij wilt en of het groot, klein of medium moet zijn. De auto's zijn vrijwel zonder uitzondering erg groot, evenals de shoppingcenters. En er lopen allerlei stoere mannen rond met sik en een zakdoek op hun hoofd. Maar we zijn aangenaam verrast door de gemeende vriendelijkheid en behulpzaamheid van de mensen. We worden constant aangesproken voor een praatje, waarbij we regelmatig voor Denen worden aangezien.

Op het eiland bezoeken we een oude plantage en de rumdistilleerderij. Om er te komen huren we een scooter. Nou, was een hele belevenis. Ze rijden hier, evenals op de andere Maagdeneilanden, links (het stuur hebben ze ook links, wat wij de verkeerde kant vinden). Omdat het moeilijk wennen is, roepen we onderweg vaak luid tegen onszelf: Links, links, links. We gaan maar een keer de mist in, maar dat loopt goed af. Gelukkig wordt er rustig gereden en is iedereen heel behulpzaam en regelmatig wordt ons, gevraagd of ongevraagd, de weg uitgelegd.

Na de tank vol te hebben gegooid (4 liter benzine voor 3,5 euro, oeps) gaan we op weg naar het Whim Plantation Museum. Het is een oude plantage met een gerestaureerd buitenhuis en de resten van de molen en de fabriek waar de rietsuiker werd verwerkt. De gids geeft een leuke rondleiding door het huis en via foto's en tekst krijgen we een beeld van het leven op de plantage. Het leven en werken was loeizwaar, vandaar dat er slaven werden ingezet. Met afschaffing van de slavernij en de opkomst in Europa van de suikerbiet, is de teelt van suikerriet in het Caraibisch gebied grotendeels verdwenen.

Na de plantage gaan we naar de Cruzan distilleerderij, waar al sinds eeuwen rum als bijprodukt van rietsuiker wordt gemaakt. Het is nu een moderne destilleerderij en we krijgen een korte priverondleiding door de fabriek. De rietsuiker komt tegenwoordig uit zuid Amerika. Na het maken van de rum wordt deze opgeslagen in eikenhouten vaten om te rijpen. De ruimte waar de vaten liggen, ruikt geweldig. Na afloop mogen we natuurlijk proeven, maar we houden ons in want we moeten weer op de scooter terug (links, links, links).

Na de toer over het eiland gaan we een nacht bij Buck Island voor anker. Het ligt een uurtje varen van Christiansted en je kunt er erg mooi snorkelen. Het is een nationaal park en om er te ankeren heb je een permit nodig. Langs de kust van het eiland plonzen continu pelikanen in het prachtige groenblauwe water en vliegen er fregatvogels rond of er nog een visje te jatten valt. Onderwater is het rijk aan vissen. Keimpe ziet ook grotere zoals een rog en een haai. Bij anker opgaan worden we bewonderd door Pim en Hanneke van de Nederlandse zeilboot Nelly Rose en we worden op de foto gezet. Als een van weinigen doen we dit nog met de hand, dat wil zeggen Ank's hand. En dat levert nogal eens commentaar op.

We varen weer terug naar Christiansted om boodschappen te doen en uit te klaren. De dag erop vertrekken we naar Tortola, een van de British Virgin Islands. We gaan voor anker bij Road Town. Het is nou niet meteen de meest geweldige plek, maar daar zijn wat watersportwinkels om spullen voor de boot te kopen.

Na Road Town gaan we naar Nanny Cay waar de boot uit het water gaat voor nieuwe antifouling. Als we 's morgens om 9 uur bij de werf zijn, staat onze reservering niet op de lijst. Maar ondanks alle drukte, niks aan de hand: we worden er gewoon tussen geschoven en om 11 uur staan we op de kant en kunnen we aan de slag. We hebben drie dagen hard gewerkt. Elke avond konden we heerlijk douchen bij het hotel van de marina. Daarna een lekker biertje bij de beach bar, een hapje in het restaurant en uitgeput het bed in, dat onnatuurlijk stil ligt.

We liggen nu in een rustig baaitje aan de oostkant van Tortola. Lekker even bijkomen van het harde werken, een eitje eten (het is tenslotte pasen) en een boekje lezen. Het is zwaarbewolkt en de buien komen links en rechts voorbij. Of de zon weer terugkomt lees je de volgende keer...

Geen opmerkingen:

Een reactie posten