zaterdag 23 maart 2013

Vier vulkaaneilanden op een rij

De overtocht van Antiqua naar Nevis (spreek je uit als nievis) is nat. De lucht is grijs en we hebben veel regen. We komen in het schemer aan bij de ankerplaats. Met de verrekijker zien we nog net voor het donker is dat een paar zeiljachten aan een mooring liggen. Na wat rondschijnen met de zaklamp vinden we ook een mooring. Keimpe zegt nog, wedden dat we morgen een heel veld moorings om ons heen zien liggen. Nou die weddenschap heeft ie gewonnen. De volgende ochtend zien we achter ons drie rijen moorings liggen. Het schijnt dat er 100 moorings liggen, maar er zijn er maar een stuk of 10 bezet.

We liggen voor anker bij Pinney's Beach. Volgens de pilot heb je een prachtig uitzicht over rijen palmbomen, maar helaas wel groen maar nauwelijks palmbomen. Het blijkt dat een jaar of 7 geleden heel veel palmen op Nevis getroffen zijn door een ziekte Lethal Yellow genaamd. Eigenaren van private grond, bijv. hotels hebben nieuwe palmen gepland. Op publieke grond zijn jonge stekjes van palmbomen geplant.

Nevis is een zeer relaxed eiland, waar we ons snel thuis voelen. We lunchen twee keer in een barretje bij het haventje. Er hangen wat locals rond die hier ook hun lunch en biertje halen. Mensen zijn vrolijk (komt niet alleen door de drank), vriendelijk en relaxed. Als lunch drinken we ook maar een biertje en we nemen er een pattie bij, das een soort van loempia met vis, koe of kip erin. Erg lekker. Als je wat stevigers wilt, staat er ook goat water en bull foot op de kaart. Hebben we niet geprobeerd. 

We maken een tour over het eiland met Sam, 63 jaar oud en al 21 jaar taxichauffeur die toeristen het eiland laat zien. Als we vertellen dat we uit Nederland komen, geen kinderen hebben en hier zijn met een zeilboot van 12 meter, heeft hij onze toekomst al uitgestippeld. We moeten gaan charteren op Nevis. Hij kan alles voor ons regelen. Elke 5 minuten zegt hij: "leave the cold man".

In twee uur ben je het hele eiland rond. Onderweg zien we resten van een aantal plantages, het ieniemienie vliegveld, een race circuit waar elke maand autoraces worden gehouden, kerken - heel veel kerken - en uiteindelijk stoppen we bij de prachtig opgeknapte plantage Old Manor waar we een tijdje rondbanjeren. Het is nu een hotel, maar alles ziet er verlaten uit. Het zwembad is leeg, de terrasstoelen zijn verroest en de verf van de veranda's is hier en daar afgebladderd. De tuin en het gras wordt nog wel bijgehouden. Jammer want alles is erg mooi gerestaureerd.

Na Nevis gaan we door naar St. Kitts. We ankeren een nacht aan de zuidkant van het eiland in White House Bay en de dag erop gaan we naar Basseterre, de hoofdstad van St. Kitts waar we voor anker gaan naast de pier waar de cruiseschepen kunnen liggen. We verkennen het eiland met de lokale bus. Eigenlijk zijn het personenbusjes zoals we in Nederland hebben, alleen hier mogen er hier 14 mensen in dus 5 meer dan in Nederland. De busjes zijn makkelijk herkenbaar aan groene kentekenplaten waarvan het kenteken begint met een H. Even je hand opsteken en het busje stopt. Geweldig systeem.

We laten ons afzetten bij het fort Brimstone Hill en lopen de berg op naar het fort. Nou er is geen gebrek aan kanonnen op het fort en de kogels liggen gewoon bij het afval. Vanaf het hoogste punt van het fort heb je een prachtig uitzicht. Het is helder weer en we zien dichtbij Eustatius en Saba liggen en in de verte St. Barth en St. Maarten. Op de terugweg zien we kleine aapjes met een hele lange staart, de groene meerkat.  Er leven nu ongeveer 50.000 van deze aapjes, die door de Fransen uit Afrika zijn geïmporteerd, in het wild op St Kitts en Nevis. Ze zijn heel schuw, maar het lukt toch om er een op de foto te krijgen.

De laatste dag in Basseterre gaan we boodschappen doen en zien dat er in de stad voor toeristen mensen met de aapjes zijn. Alleen deze zitten aan een touwtje en hebben een luier om, niet leuk om te zien. Regelmatig wordt ons gevraagd of we met een aapje op de foto willen.

We dachten dat we cruesli hadden gekocht, maar het blijkt een soort krachtvoer voor bodybuilders te zijn. Niet te eten, dus hup over boord. Prompt hebben we 5 haaitjes van ongeveer 1 meter naast de boot zwemmen. Erg leuk om te zien, maar we hebben even geen behoefte meer om te zwemmen.

Na St. Kitts gaan we op weg naar Nederland, om precies te zijn naar St. Eustatius, 25 mijl verder. We gaan aan een mooring liggen in Oranjestad Bay. Als we door Oranjestad lopen, zien we aan verschillende dingen dat we op Nederlands grondgebied zijn:  de Nederlandse vlag natuurlijk, de strepen op de politiewagen, het logo van de bibliotheek en natuurlijk het centrum voor jeugd en gezin. De mensen groeten je wel met dag of hallo, maar verder is de voertaal Engels.

De volgende dag beklimmen we de vulkaan Quill (kuil). Het is een nationaal park en de folders zeggen dat er je onderweg verschillende diersoorten tegenkomt, waaronder krabbetjes, slangen, salamanders, leguanen en verschillende soorten vogels. Om half tien 's morgens beginnen we aan de klim. We denken dat we vroeg zijn, maar we komen alleen maar mensen tegen die aan het afdalen zijn. Onderweg horen we een hoop geritsel, maar elke keer als we kijken komt er een kip of haan uit de bosjes tevoorschijn. Op de rand van de krater eten we een broodje. Dat valt nog niet mee want we worden belaagd door twee hanen die ook erge honger hebben.

Ooit was St. Eustatius een vrije handelspost en je ziet op het strand nog de resten van de pakhuizen die er hebben gestaan. Onder water voor het strand loopt nog de muur die de pakhuizen moest beschermen. Leuk snorkelen daar, met naast de vissen en schildpadden ook oude resten zoals kanonnen en een anker van 4 meter. St. Eustatius was vroeger erg populair als vrijhaven, waar je van alles kon verhandelen. Tot een aantal jaren geleden was het eiland nog belastingvrij. In plaats van de vroegere handel, vindt er nu overslag van olie plaats. Op het eiland staan grote tanks en voor de kust liggen ettelijke grote zeeschepen. Veel toeristen komen er niet.

Over ons bezoek aan Saba kunnen we kort zijn: dat was kort. We hebben het havenkantoor gezien en met de havenmeester gesproken en daarna hebben we bij Wells Bay als een van twee boten aan een mooring gelegen. We krijgen een staartje van een koufront over en slapen de hele nacht niet. Er staat veel wind en veel swell, waardoor we onbehoorlijk rollen.  We besluiten om eind van de middag te vertrekken naar St. Croix, 90 mijl verderop. Dat is erg jammer, omdat we graag bij Saba gesnorkeld hadden. Saba heeft schitterende duik en snorkelplekken. Maar het eiland heeft hoge rotsachtige kusten (nergens stranden) en een steil aflopende zeebodem, zodat het te gevaarlijk is om met de huidige swell te snorkelen.

Nu zijn we dus op de US Virgin Islands, een heel andere wereld waarover de volgende keer meer.

1 opmerking:

  1. Hoi hoi Ank en Keimpe,

    Prachtige verhalen en ongelooflijke foto's!!
    Leuk genieten maar en een charterbedrijfje niets mis mee!!!!
    De Nostress dobbert bij Trinidad.

    Lieve groeten Maarten en Thea

    BeantwoordenVerwijderen