zondag 28 oktober 2012

Van Cartagena naar Rabat (30/09 – 15/10)

Na een dag heftige regenbuien konden we vertrekken uit Cartagena op weg naar Aguadulce, 100 mijl verderop. Het is een rustige tocht met weinig tot geen wind en de zee is bezaaid met takken, boomstronken en afval dat door de heftige regenval in zee is gespoeld. We blijven een dagje in Aguadulce om in Almeria het fort Alcazaba te bezoeken. De moren hebben in 995 dit fort gebouwd. Het fort wordt goed onderhouden en heeft schitterende binnentuinen en mooie uitzichten. Zie ook de foto’s.

Na Aguadulce varen we in één keer naar Gibraltar, weer met weinig tot geen wind. Je went er bijna aan. We liggen een week in Gibraltar. We hebben een paar klussen op het lijstje staan die we hier willen uitvoeren. Zo is Keimpe drie dagen aan het bikken en boren om een gebroken scepter uit de scepterpot te krijgen, is Ank een dag bezig om met de hand een nieuw joonvlaggetje te maken en doen we een veiligheidsinspectie van de hele boot. Sinds ons vertrek uit Cartagena doet onze marifoon het niet meer goed en daardoor ook de AIS niet. We laten er iemand naar kijken en de marifoon werkt weer, maar de AIS niet. Deze gaan we waarschijnlijk vanaf de Canarische eilanden opsturen naar de fabrikant in Duitsland.

We klussen niet alleen, maar vermaken ons ook uitstekend met de bemanning van andere boten. Zo maken we kennis met de bemanning van de Tao, een bijzondere boot met een schipper en drie opstappers, allemaal een andere nationaliteit. De opstappers proberen al liftend de wereld rond te zeilen. Onder het genot van een glas wijn en een waterpijp (oké 1 lurkje) horen we mooie verhalen.

Dan is het tijd om naar Rabat te varen. Voor vertrek hebben we allebei de kriebels in onze buik. We vinden het wel spannend om de drukke straat van Gibraltar over te steken en lezen allemaal verhalen van boten die verstrikt raken in de netten bij Marokko, dat geeft ons ook een beetje de kriebels. We zeilen eerst naar Tarifa en gaan daar voor anker om met het juiste tij de straat over te steken. Het weer is rustig en we laveren tussen de vele vrachtschepen door. Na 2 uur zijn we aan de overkant en daar krijgen we flink de stroom mee; onze snelheid loopt op naar 8,5 knoop. Eerste hindernis genomen J. We kunnen heerlijk zeilen en genieten enorm van het gekabbel van het water langs de boot, weer eens wat anders dan het geluid van de motor. Als het donker is krioelt het van de vissersboten om ons heen. De boten hebben slechte verlichting en soms lijkt het of ze alle lichten uitdoen. ’s Avonds zien we de eerste lichtjes van netten en we varen er netjes omheen. Maar ’s nachts zitten we ineens tussen allemaal witte en rode lichtjes. Vanaf een klein bootje wordt er heftig met een grote lamp geseind. We gaan snel overstag, maar waar we ook kijken: we zien lichtjes. We voelen dat iets de onderkant van de boot raakt, maar houden vaart en er sleept niks achter ons aan. Pffffffff ging ‘net’ goed. We koersen uiteindelijk naar een groep visserboten en komen zo weer uit de lichtjes. Tweede hindernis genomen en Ank duikt het bed weer in.

Nog geen kwartier later gaat het enorm waaien en regenen. We hebben onze eerste tropische regenbui. We zien de mast niet eens zo hard regent het. Na deze bui blijven er flinke wolkenpartijen om ons heen drijven, zien we lichtjes van netten voor ons en colonne vissersboten achter ons die steeds dichterbij komt. We besluiten om met zijn tweeën de rest van de nacht paraat te blijven.

Bij dageraad lijkt alles ineens opgelost, geen net of vissersboot te zien. Om 8 uur ’s morgens zijn we 13 mijl van Rabat vandaan. We kunnen alleen rondom vloed de rivier op waar de jachthaven is en dobberen op de deining, zonder zeil, richting Rabat waar we om half drie ’s middags zijn. Het is niet slim om zelf de rivier op te varen, maar te wachten op een pilotboot van de marina die je naar binnen begeleidt. We zijn bezig de marina op te roepen als we de pilotboot al naar ons toe zien varen. De invaart is best spectaculair met rechts Rabat en links Sale. De jachthaven ligt in Sale. Je krijgt niet meteen een plekje, maar je moet eerst vastleggen aan een inklaarsteiger op de rivier. Daar liggen de twee Duitse jongens die we in Gibraltar hebben ontmoet en die net aan het uitklaren zijn. Ze vertellen dat het inklaren bij hun 4 uur heeft geduurd. Wij hebben mazzel. De douane zit binnen vijf minuten bij ons binnen en zowel wij als zij vullen allerlei papieren in. Nog even een goed gesprek over de finale Nederland – Argentinië in 1978 en ze verlaten de boot weer. Even later komt een politieagent met een drugshond aan boord. Het is een flinke labrador die onze steile trap niet opkomt, maar na wat trek en hijswerk staat ie weer op de kade. De agent vertelt dat we een plekje in de marina kunnen gaan zoeken en dat we over een uurtje onze paspoorten en papieren bij het kantoor kunnen ophalen. We waren dus binnen een half uurtje klaar.

We liggen in een luxe haven met veel bewaking. Komt waarschijnlijk omdat de koning van Marokko hier een aantal motorjachten heeft liggen. We ploppen een fles cava open en duiken na het legen van de fles, moe maar voldaan in het vooronder en slapen meer dan 12 uur.

Geen opmerkingen:

Een reactie posten