Morgen gooien we de trossen los voor deel twee van onze oversteek naar de Carieb. We gaan naar Bequia (spreek je uit als Bekweeei), een van de eilanden van de Grenadines. Het is ongeveer 2100 mijl varen en we hopen er een week of twee over te doen. Vandaag hebben we de boot volgestouwd met verse spullen. Morgen nog wat vers brood kopen, lekker lang douchen en dan varen maar.
We zijn dus met oud&nieuw midden op zee. Dat gaan we zeker vieren. We weten alleen nog niet precies wanneer we het 12 uur laten zijn. Met kerst was het hier nog erg druk met boten, maar er zijn er al aardig wat vertrokken. Samen met ons vertrekken er drie boten waar we veel mee hebben opgetrokken de afgelopen dagen. De twee Nederlandse boten daarvan gaan naar Suriname. De derde boot zijn Zwitsers en die gaan naar Barbados.
Onderweg hebben we via de SSB radio contact met andere Nederlandse boten die aan het oversteken zijn. Er is al een aantal weken een Nederlandstalig maritiem netje dat elke dag om acht uur UTC in de lucht is. Wij sluiten ons morgen aan bij dit netje. Elk schip geeft zijn positie door en vertelt heel kort hoe de afgelopen dag is geweest. Naast een stuk veiligheid is het erg leuk om even contact te hebben met elkaar.
We hebben enorm veel zin om in het warme helderblauwe Caribische water te plonsen. Maar ja, eerst nog twee weken varen. Gelukkig hebben we genoeg boeken op de ereaders staan en is de iPad gevuld met films.
zaterdag 29 december 2012
dinsdag 25 december 2012
Weerzien met Mindelo
Zondagnacht om 1 uur plonst na 6,5 dag varen het anker in de baai van Mindelo. De laatste dag van onze oversteek naar de Kaap Verden hebben we door weinig wind in combinatie met lastige swell moeten motoren. Dat was jammer, maar de oversteek hebben we verder zeilend kunnen doen. We hebben een rustige en erg plezierige oversteek gehad.
Na dat we geankerd zijn tussen vele andere zeiljachten vieren we het weerzien met Mindelo met een koud biertje. Onderwijl dreunt een disco keihard door de baai heen. Kennelijk is er in de afgelopen 4 jaar wel iets veranderd. De volgende dag gaan we rond het middaguur naar de kant om in te klaren en boodschappen te doen. De marina is druk en er is een drijvend terras met bar, een plezierige ontwikkeling sinds ons laatste bezoek. We zien Maarten van de Nostress samen met Mart van de Blues met een biertje aan de bar zitten. Zij zijn in de vroege ochtend aangekomen. Het weerzien moet gevierd worden, dus wij ook een biertje :-). In de bar begroeten we ook de bemanning van de Aura, een van de boten waarmee we in 2008 hier in Mindelo kerstmis hebben gevierd. Een bijzonder toeval. Ze nodigen iedereen uit voor een barbecue op het strand op eerste kerstdag. Iedereen zijn eigen eten en drinken mee en een feestje bouwen. Na het biertje gaan we Mindelo in om wat boodschappen te doen. De plezierige, ontspannen sfeer in de stad bevalt ons uitermate goed. Lekker om hier weer te zijn.
Het is inmiddels eerste kerstdag en sinds gisteravond is het flink gaan waaien, windkracht 5/6 met regelmatig stevige vlagen van minstens 7 bft. Hoewel we vast achter ons anker liggen, besluiten we toch aan boord te blijven om de boel in de gaten te houden. Dat wordt nu dus een Kerstdiner voor Twee.
Na dat we geankerd zijn tussen vele andere zeiljachten vieren we het weerzien met Mindelo met een koud biertje. Onderwijl dreunt een disco keihard door de baai heen. Kennelijk is er in de afgelopen 4 jaar wel iets veranderd. De volgende dag gaan we rond het middaguur naar de kant om in te klaren en boodschappen te doen. De marina is druk en er is een drijvend terras met bar, een plezierige ontwikkeling sinds ons laatste bezoek. We zien Maarten van de Nostress samen met Mart van de Blues met een biertje aan de bar zitten. Zij zijn in de vroege ochtend aangekomen. Het weerzien moet gevierd worden, dus wij ook een biertje :-). In de bar begroeten we ook de bemanning van de Aura, een van de boten waarmee we in 2008 hier in Mindelo kerstmis hebben gevierd. Een bijzonder toeval. Ze nodigen iedereen uit voor een barbecue op het strand op eerste kerstdag. Iedereen zijn eigen eten en drinken mee en een feestje bouwen. Na het biertje gaan we Mindelo in om wat boodschappen te doen. De plezierige, ontspannen sfeer in de stad bevalt ons uitermate goed. Lekker om hier weer te zijn.
Het is inmiddels eerste kerstdag en sinds gisteravond is het flink gaan waaien, windkracht 5/6 met regelmatig stevige vlagen van minstens 7 bft. Hoewel we vast achter ons anker liggen, besluiten we toch aan boord te blijven om de boel in de gaten te houden. Dat wordt nu dus een Kerstdiner voor Twee.
woensdag 19 december 2012
en algún lugar en el océano, woensdag 19 dec
Onze 1200 u positie vandaag 19/12 is 25 14 N en 20 07 W. Wind is NO 10 kts. We varen 216 met 5,7 kts. Het is heerlijk zonnig met een rustige swell. Vanochtend begroet door groep dolijnen. Altijd leuk.
dinsdag 18 december 2012
ergens op de oceaan, maandag 18 dec
Vanmiddag vertrokken vanuit Tazacorte, La Palma voor 800 mijl naar Mindelo, Kaap Verden. We hebben nu La Hiero aan bakboord. Positie is 28 04,86 N en 18 14,65 W. Tis heerlijk weer, warm en zonnig overdag, fris in de nacht maar wel prachtig helder. En er is ook nog een beetje wind, tussen 10 en 15 knopen. WE kunnen wel eens weinig wind krijgen de komende dagen, dus het zal wel geen snelle overtocht worden. We rekenen op ongeveer 7 dagen.
zaterdag 15 december 2012
Bananen: links, rechts, boven, onder …..
Oftewel sinds een week zien we overal bananen. We liggen in Puerto Tazacorte aan de westkant van La Palma. Na een paar weken in de drukke haven op Tenerife is het hier heerlijk rustig. La Palma is het vierde eiland op de Canaries dat we bezoeken. Het is frappant, alle eilanden zijn vulkanisch, maar elk eiland heeft zij eigen karakter. Op La Palma zijn dus enorm veel bananenbomen. Verder is het heel moeilijk om een plat stukje te vinden, alleen maar hellingen. Soms is het landschap heel steil en soms heuvelachtig. We zien voor het eerst sinds lange tijd weer loofbomen. De bomen hebben gele bladeren en zo maken we toch nog een stukje herfst mee. In Nederland zijn vast weer de rode kerstrozen te koop. Hier op La Palma staan ze langs de kant van de weg, struiken van wel 2/3 meter hoog gevuld met prachtig bloeiende kerstrozen..
Midden op het eiland ligt La Caldera de Taburante, een enorme krater die is ontstaan door verschillende zware vulkaanuitbarstingen. We hebben daar een prachtige wandeling gemaakt met mooie uitzichten. Om alvast vast wat te wennen aan de tropische regenwouden hebben we gewandeld in een dicht en weelderig laurierbos. Er heerste een vochtige warmte en regelmatig hadden we een buitje.
De boot en ook wijzelf zijn klaar voor de oversteek naar de Carieb. Eerst varen we naar de Kaap Verden. Dit zal een dag of 6/7 gaan duren. Daarna zeilen we richting de Carieb. Welk eiland we daar als eerste bezoeken, gaan we komende week maar eens bedenken. Via de website zullen we regelmatig laten weten hoe het ons vergaat op de grote plas.
Midden op het eiland ligt La Caldera de Taburante, een enorme krater die is ontstaan door verschillende zware vulkaanuitbarstingen. We hebben daar een prachtige wandeling gemaakt met mooie uitzichten. Om alvast vast wat te wennen aan de tropische regenwouden hebben we gewandeld in een dicht en weelderig laurierbos. Er heerste een vochtige warmte en regelmatig hadden we een buitje.
De boot en ook wijzelf zijn klaar voor de oversteek naar de Carieb. Eerst varen we naar de Kaap Verden. Dit zal een dag of 6/7 gaan duren. Daarna zeilen we richting de Carieb. Welk eiland we daar als eerste bezoeken, gaan we komende week maar eens bedenken. Via de website zullen we regelmatig laten weten hoe het ons vergaat op de grote plas.
maandag 3 december 2012
Ik ga op reis en neem mee ….
… 84 liter water in flessen, 24 blikjes cola, 24 blikjes ice tea, 12 pakken sap, 24 blikjes tomatenblokjes, 24 blikjes tonijn, 3 potten hazelnootpasta, 3 kilo rijst, 3 kilo muesli …
Zomaar een greep uit de boodschappen die we afgelopen zaterdag hebben gehaald. Tenerife is een prima eiland om boodschappen te doen voor de oversteek naar de Carieb (en gezien de hoeveelheden ook nog voor de weken ervoor en erna).
Op zoek naar augurken kwamen we in de Carrefour bij een vak uit met allerlei spullen uit Duitsland. Wij als ex-inwoners van Enschede waren erg geschrokt dat daar tussen de biersoorten de beroemde beugel stond:
Zomaar een greep uit de boodschappen die we afgelopen zaterdag hebben gehaald. Tenerife is een prima eiland om boodschappen te doen voor de oversteek naar de Carieb (en gezien de hoeveelheden ook nog voor de weken ervoor en erna).
Op zoek naar augurken kwamen we in de Carrefour bij een vak uit met allerlei spullen uit Duitsland. Wij als ex-inwoners van Enschede waren erg geschrokt dat daar tussen de biersoorten de beroemde beugel stond:
maandag 26 november 2012
Op stap op de Canarische eilanden
De tijd vliegt: we zijn alweer 2,5
week op de Canarische eilanden. De eerste drie nachten hebben we voor anker
gelegen bij Isla Graciosa, een klein eiland ten noorden van Lanzarote. Het
eiland is vrij laag met een stuk of 5 uitgebluste vulkaantoppen. In de baai
waar we geankerd zijn is het niet druk. We liggen er samen met de Dixbay,
Nostress en Blabber. Na een dag lekker luieren, beklimmen we de dag erop een
vulkaan’berg’ van 200
meter hoog. Vanaf de top hebben we een prachtig uitzicht
over het eilandje, de noordkust van Lanzarote en van onze ankerbaai. Heerlijk
om weer een stuk te lopen na vijf dagen niet van de boot geweest te zijn.
Na een paar dagen Graciosa gaan we met de andere 3 Nederlandse jachten naar jachthaven Rubicon op Lanzarote. We varen met een ruime wind van 5 a 6 Bft mooi gelijk op met de Dixbay en het lijkt wel of de Nostress stiekem een lijntje aan onze boot gebonden heeft, zo recht varen ze achter ons aan. De Blabber zeilt daar weer achter en zij genieten enorm dat ze voor het eerst op de windvaan zeilen en dat het perfect gaat.
De kust van Lanzarote is prachtig om langs te varen. We hebben uitzicht op een zwart, bruin en rood gekleurd vulkaanlandschap met vele pieken, die er uitzien alsof ze zo weer kunnen gaan spuwen. De zee breekt in wit schuim op de zwarte kust en witte dorpjes blakeren in de zon. Bij Rubicon klaren we ons met 4 boten tegelijk in.
Op verschillende plekken op het eiland zie je kunstwerken van de kunstenaar
en architect César Manrique. Manrique is op Lanzarote geboren en heeft er de
laatste 25 jaar van zijn leven gewoond. Hij heeft veel gedaan om het
oorspronkelijke karakter van het eiland te behouden. Zo heeft hij
bewerkstelligd dat alleen de traditionele kleuren groen, blauw en bruin zijn
toegestaan voor deuren en kozijnen; dat de huizen niet hoger dan vier
verdiepingen mogen zijn en bovendien wit geschilderd moeten zijn. Verder zijn
grote reclame uitingen verboden. In Tahiche hebben we zijn ruime huis en de
Fundación César Manrique bezocht en zijn werk bekeken. Zie ook de foto’s !
Na een paar dagen Graciosa gaan we met de andere 3 Nederlandse jachten naar jachthaven Rubicon op Lanzarote. We varen met een ruime wind van 5 a 6 Bft mooi gelijk op met de Dixbay en het lijkt wel of de Nostress stiekem een lijntje aan onze boot gebonden heeft, zo recht varen ze achter ons aan. De Blabber zeilt daar weer achter en zij genieten enorm dat ze voor het eerst op de windvaan zeilen en dat het perfect gaat.
De kust van Lanzarote is prachtig om langs te varen. We hebben uitzicht op een zwart, bruin en rood gekleurd vulkaanlandschap met vele pieken, die er uitzien alsof ze zo weer kunnen gaan spuwen. De zee breekt in wit schuim op de zwarte kust en witte dorpjes blakeren in de zon. Bij Rubicon klaren we ons met 4 boten tegelijk in.
Samen met de Blabber en de
Nostress huren we een auto om het eiland te verkennen. Dixbay gaat al weer
verder. Lanzarote is vulkanisch en er groeit nauwelijks iets. Het oostelijk
deel van het eiland bestaat uit een kaal vulkaanlandschap, dat door
uitbarstingen in de 18e eeuw ontstaan is. We bezoeken het nationale park Timanfaya dat o.a. uit
vulkaankraters en lavavelden bestaat. Met een bus toeren we drie kwartier door
het landschap. We rijden over de randen van kraters en de klassieke muziek in
de bus zorgt voor een extra dramatisch effect als je links en rechts alleen
maar afgrond ziet.
We hadden nog wel wat langer op Lanzarote willen blijven, maar gaan na een
dag verder richting Tenerife want we krijgen bezoek!
Donderdag de 15e halen we Keimpe’s ouders, broer
en schoonzus (Teertse en Jolanda) van het vliegveld. Ze blijven een week en
zitten in een hotel vlakbij de haven in Santa Cruz de Tenerife waar wij met de
boot liggen. We hebben een hele gezellige week. We gaan een aantal keren
heerlijk uit eten en koken ook nog twee keer aan boord van de Gaia. Na het
eerste bijpraten en het verkennen van de stad, huren we een paar dagen een
auto. De eerste dag zijn we door de wolken en mist naar het Parque Nacional del
Teide gereden. Dit park ligt hoog (boven de wolkengrens) op het midden van het
eiland. Het landschap is vulkanisch en ziet er erg onherbergzaam uit. In het
midden van het park ligt de Pico del Teide, deze nog steeds vulkanisch actieve
berg is de hoogste van Spanje. Op de top (3718 meter hoog) lag dit
keer geen sneeuw. We nemen de kabelbaan omhoog en genieten van de prachtige
uitzichten. De dag erop gaan we naar het Anagage gebergte. Het is een
vulkanisch gebergte maar wel weelderig groen dankzij een koel en vochtig
klimaat. We rijden naar het kustplaatsje Igueste de San Andrés. Midden door het
dorp loopt een ravijn waar mango´s, bananen en avocado´s verbouwd worden. Op de terugweg gaan we nog
even op het goudgele strand las Teresitas liggen, maar helaas is het te koud om
te zwemmen. De derde dag gaan we naar de oude stad La Orotava aan de noordkant
van het eiland. La Orotrava
is een oude stad met veel 17e- en 18e-eeuwse huizen. Leuk
om doorheen te wandelen. Aan de noordkant zijn zwarte stranden waar veel
surfers actief zijn omdat er flinke golven staan. Jolanda is de enige die een
duik in de zee waagt. De laatste dag bezoeken we het audiotorium dat aan de
ingang van de haven staat. Dit gebouw is ontworpen door Calatrava. Dezelfde
architect waarvan we de geweldige ‘stad van de kunsten en wetenschappen’ in
Valencia hebben bezocht. Ook het auditorium op Tenerife is weer prachtig om te
zien. De week is heel erg snel gegaan, maar we hebben er allemaal erg van
genoten.
Tja en nu zijn we druk aan het klussen en boodschappen doen.
Dit allemaal ter voorbereiding op onze oversteek naar de Carieb. We hebben nog
geen exacte planning, maar we willen na nog wat rondtoeren op de Canarische
eilanden wel weer via de Kaap Verden oversteken.
dinsdag 13 november 2012
Canaries
We zijn op de Canaries ! Het was even wachten op goed weer, maar vorige week maandag zijn we vertrokken uit Rabat richting de Canaries. Na bijna vier dagen zeilen werden we donderdagavond in het pikkedonker vakkundig door de Dixbay naar de ankerplek bij het eiland Graciosa geloodst.
Binnenkort meer verhalen en foto's over deze oversteek, onze eerste wandeling/klauterpartij op Graciosa, lekkere appeltaart van de Nostress, admiraal zeilen met vier boten naar Lanzarote en de prachtige natuur op dit eiland.
Binnenkort meer verhalen en foto's over deze oversteek, onze eerste wandeling/klauterpartij op Graciosa, lekkere appeltaart van de Nostress, admiraal zeilen met vier boten naar Lanzarote en de prachtige natuur op dit eiland.
donderdag 1 november 2012
Op pad met Hassan
Zondag 21 oktober stappen we op de
trein naar Marrakech om van daaruit een tour van drie dagen door het Atlas
gebergte en de woestijn te maken. Na een treinreis van 4,5 uur komen we aan in
Marrakech en in de stationshal staat de eigenaar van onze riad (B&B) al te
wachten. Als je in Marrakech bent, is het een must dat je het plein Jemaa El
Fna bezoekt. We gaan snel op pad zodat we het plein ook nog bij daglicht kunnen
zien. Jemaa El Fna is het grootste plein van Afrika en er is een chaotische
bedrijvigheid. Je ziet er slangenbezweerders, muzikanten, verhalenvertellers,
vrouwen die handen met henna beschilderen en nog veel meer. Een deel van het
plein is gevuld met eettentjes waar grote rookwolken bovenuit stijgen. Je kunt
er van alles eten; spiesjes, salades, tajines, couscous. Er zijn ook eettentjes
met geroosterde geitenkoppen, nou daar zie je dus geen toeristen zitten. Jonge
jongens die alle talen spreken prijzen het eetwaar aan. We eten couscous met
kip op het plein. Het is inmiddels donker en we weten niet meer precies
waar we het plein op gekomen zijn. De massaliteit, drukte en de weg kwijt zijn
wordt Ank even teveel. Gelukkig herkennen we snel weer de weg naar onze riad en
verlaten we de hectiek van het plein.
De volgende ochtend worden we om half acht opgehaald door onze gids Hassan. We gaan nog langs een andere riad om Nicola, een 19 jarige Australische backpacker, op te halen. Met zijn vieren gaan we drie dagen op pad in een 4x4 toyota. De eerste dag rijden we door het hoge Atlas gebergte via de Tichka Pas (2260 m). In de verte zien we sneeuw op de toppen en de uitzichten zijn geweldig. We lunchen heerlijk in een riad die gerund wordt door een Marokkaans/Frans stel. Het is er heerlijk relaxed en we willen alledrie wel een middagje daar blijven, maar Hassan jaagt ons de auto in: we moeten nog een heel eind rijden. Onderweg stoppen we bij de kasbah Ait Benhaddou, werelderfgoed en een beroemde kashba, die in veel films zoals de Gladiator en Laurence of Arabia, gebruikt is. Omdat er ook decorstukken aan worden toegevoegd, die nadien gewoon blijven staan ga je dus wel twijfelen aan wat nu echt is en wat nep. Als wij er zijn wordt net de film Game of Thrones gefilmd. Nicola gaat helemaal uit haar dak, wij hebben er nog nooit van gehoord. Typisch geval van generatiekloof. Na de kashba rijden we naar Ouarzazate, het Hollywood van Marokko waar filmstudio’s zijn en veel woestijnscènes worden opgenomen. Daarna rijden we door het Draa dal met miljoenen dadelpalmen en vele kashba’s die nauwelijks opvallen omdat ze dezelfde roodbruine aardkleur hebben als hun omgeving. We rijden door Zagora en stoppen in Tamegroute, al sinds de 11e eeuw een religieus centrum, gerelateerd aan de Soefi variant van de Islam. We bezoeken een oude Koranbibliotheek met zeker 4000 oude Arabische boeken, variërend van de koran uit de 11de eeuw tot een wiskundig boek over de stelling van Pythagoras. Via een kashba lopen we naar een pottenbakkerij. In het donker rijden we het laatste stuk naar Mhamid waar we in een hotel van de tourorganisatie slapen. We zijn heel blij dat Hassan rijdt over de hele smalle weg. Af en toe krijgen we bijna een hartaanval als een paar meter voor de auto ineens een onverlichte scooter opdoemt.
Het programma van dag twee is niet zo vol als de eerste dag. In Mhamid houdt de geasfalteerde weg op en begint de woestijn. Na het ontbijt gaan we dan ook per kameel twee uur lang de woestijn verkennen. Het zijn eigenlijk dromedarissen, maar iedereen noemt het kamelen. We hebben geen flauw idee waarom. Ank zit het eerste half uur niet helemaal ontspannen op de kameel, maar Keimpe geniet meteen volop en het lijkt alsof ie al jaren kameel rijdt. Na de kamelentocht gaan we met Hassan naar een traditioneel Berber-dorp waar we in een van de huizen thee gaan drinken. De thee is mierezoet. Wat niet raar is want er gaat een enorme klont suiker in de theepot. Na de lunch gaan we de Erg Chagaga woestijn in. Eerst is de woestijn heel rotsig, maar later dan toch de echte zandduinen. Onderweg komen we nog een kudde kamelen tegen die dorstig staan te trappelen bij een waterbron. Hassan stopt en geeft ze water waarna er prompt nog veel meer kamelen aan komen hollen. We nemen ook nog een kijkje bij een oase. Om half vijf zijn we bij het tentenkamp waar we slapen. We klimmen bovenop een zandduin om de zonsondergang te zien. We zijn niet de enige bezoekers in de woestijn. Eenmaal op de top zien we nog een paar andere tentenkampen en om ons heen zitten meer mensen op de top. Een half uur voor zonsondergang is het licht geweldig. Precies zoals je op de plaatjes of in natuurdocumentaires ziet. Als we terug zijn in het kamp worden we naar onze tent gebracht. Niks kamperen, gewoon een tweepersoonsbed en in een bijtentje een chemisch toilet, douchebak en wastafel (die laatste twee alleen voor de sier). Na een heerlijke maaltijd en een uurtje zitten bij het kampvuur rollen we vroeg ons bed in.
De derde dag gaat de off road tocht verder. Was het gisteren nog rustig, vandaag worden we het eerste stuk helemaal door elkaar geschud (massage volgens Hassan). Het landschap met om ons heen canyons is geweldig. We racen vervolgens een kilometer of 60 over (of is het door?) het bijna altijd droge Iriki meer. Her en der zien we nog resten van de bewegwijzering van de Parijs-Dakar race die hier tot een paar jaar geleden langs kwam. Onze woestijntocht eindigt bij Foum Zguid. Van daaruit gaan we weer over geasfalteerde wegen via het Anti Atlasgebergte en het hoge Atlas gebergte terug naar Marrakech. Het is overal enorm druk, omdat over twee dagen het grote offerfeest is. Iedereen is op weg naar zijn familie en er is overal een levendige handel in schapen, die vervolgens op allerlei manieren naar huis vervoerd worden, zoals op de fiets en brommer. In het begin van de avond zijn we weer in onze riad in Marrakech. De volgende dag hebben we veel vertraging met de trein, maar dat is helemaal niet erg. We hebben zo mooi de tijd om alle indrukken een plekje te geven. Zie ook de foto's !
De volgende ochtend worden we om half acht opgehaald door onze gids Hassan. We gaan nog langs een andere riad om Nicola, een 19 jarige Australische backpacker, op te halen. Met zijn vieren gaan we drie dagen op pad in een 4x4 toyota. De eerste dag rijden we door het hoge Atlas gebergte via de Tichka Pas (2260 m). In de verte zien we sneeuw op de toppen en de uitzichten zijn geweldig. We lunchen heerlijk in een riad die gerund wordt door een Marokkaans/Frans stel. Het is er heerlijk relaxed en we willen alledrie wel een middagje daar blijven, maar Hassan jaagt ons de auto in: we moeten nog een heel eind rijden. Onderweg stoppen we bij de kasbah Ait Benhaddou, werelderfgoed en een beroemde kashba, die in veel films zoals de Gladiator en Laurence of Arabia, gebruikt is. Omdat er ook decorstukken aan worden toegevoegd, die nadien gewoon blijven staan ga je dus wel twijfelen aan wat nu echt is en wat nep. Als wij er zijn wordt net de film Game of Thrones gefilmd. Nicola gaat helemaal uit haar dak, wij hebben er nog nooit van gehoord. Typisch geval van generatiekloof. Na de kashba rijden we naar Ouarzazate, het Hollywood van Marokko waar filmstudio’s zijn en veel woestijnscènes worden opgenomen. Daarna rijden we door het Draa dal met miljoenen dadelpalmen en vele kashba’s die nauwelijks opvallen omdat ze dezelfde roodbruine aardkleur hebben als hun omgeving. We rijden door Zagora en stoppen in Tamegroute, al sinds de 11e eeuw een religieus centrum, gerelateerd aan de Soefi variant van de Islam. We bezoeken een oude Koranbibliotheek met zeker 4000 oude Arabische boeken, variërend van de koran uit de 11de eeuw tot een wiskundig boek over de stelling van Pythagoras. Via een kashba lopen we naar een pottenbakkerij. In het donker rijden we het laatste stuk naar Mhamid waar we in een hotel van de tourorganisatie slapen. We zijn heel blij dat Hassan rijdt over de hele smalle weg. Af en toe krijgen we bijna een hartaanval als een paar meter voor de auto ineens een onverlichte scooter opdoemt.
Het programma van dag twee is niet zo vol als de eerste dag. In Mhamid houdt de geasfalteerde weg op en begint de woestijn. Na het ontbijt gaan we dan ook per kameel twee uur lang de woestijn verkennen. Het zijn eigenlijk dromedarissen, maar iedereen noemt het kamelen. We hebben geen flauw idee waarom. Ank zit het eerste half uur niet helemaal ontspannen op de kameel, maar Keimpe geniet meteen volop en het lijkt alsof ie al jaren kameel rijdt. Na de kamelentocht gaan we met Hassan naar een traditioneel Berber-dorp waar we in een van de huizen thee gaan drinken. De thee is mierezoet. Wat niet raar is want er gaat een enorme klont suiker in de theepot. Na de lunch gaan we de Erg Chagaga woestijn in. Eerst is de woestijn heel rotsig, maar later dan toch de echte zandduinen. Onderweg komen we nog een kudde kamelen tegen die dorstig staan te trappelen bij een waterbron. Hassan stopt en geeft ze water waarna er prompt nog veel meer kamelen aan komen hollen. We nemen ook nog een kijkje bij een oase. Om half vijf zijn we bij het tentenkamp waar we slapen. We klimmen bovenop een zandduin om de zonsondergang te zien. We zijn niet de enige bezoekers in de woestijn. Eenmaal op de top zien we nog een paar andere tentenkampen en om ons heen zitten meer mensen op de top. Een half uur voor zonsondergang is het licht geweldig. Precies zoals je op de plaatjes of in natuurdocumentaires ziet. Als we terug zijn in het kamp worden we naar onze tent gebracht. Niks kamperen, gewoon een tweepersoonsbed en in een bijtentje een chemisch toilet, douchebak en wastafel (die laatste twee alleen voor de sier). Na een heerlijke maaltijd en een uurtje zitten bij het kampvuur rollen we vroeg ons bed in.
De derde dag gaat de off road tocht verder. Was het gisteren nog rustig, vandaag worden we het eerste stuk helemaal door elkaar geschud (massage volgens Hassan). Het landschap met om ons heen canyons is geweldig. We racen vervolgens een kilometer of 60 over (of is het door?) het bijna altijd droge Iriki meer. Her en der zien we nog resten van de bewegwijzering van de Parijs-Dakar race die hier tot een paar jaar geleden langs kwam. Onze woestijntocht eindigt bij Foum Zguid. Van daaruit gaan we weer over geasfalteerde wegen via het Anti Atlasgebergte en het hoge Atlas gebergte terug naar Marrakech. Het is overal enorm druk, omdat over twee dagen het grote offerfeest is. Iedereen is op weg naar zijn familie en er is overal een levendige handel in schapen, die vervolgens op allerlei manieren naar huis vervoerd worden, zoals op de fiets en brommer. In het begin van de avond zijn we weer in onze riad in Marrakech. De volgende dag hebben we veel vertraging met de trein, maar dat is helemaal niet erg. We hebben zo mooi de tijd om alle indrukken een plekje te geven. Zie ook de foto's !
dinsdag 30 oktober 2012
Eerste kennismaking met Marokko
De eerste dag in Marokko komen we
bij van de overtocht en lummelen wat aan boord. In de loop van de middag komen
er twee Nederlandse boten binnen: de Nostress en de Blabber. We helpen met
aanleggen en al snel komen we erachter dat we de Blabber eerder hebben gezien
toen wij in 2009 in
Zeeland lagen aan het eind van onze eerste reis. Daar moet op gedronken worden
;-).
De volgende dag gaan we de medina van Sale in. We willen onder andere de moskee bekijken. Je ziet de minaret van grote afstand, maar eenmaal in de medina kunnen we de moskee niet vinden. Wel zien we heel veel winkeltjes en werkplaatsen in kleine steegjes. De winkeltjes zijn gegroepeerd. In de ene steeg verkopen ze schoenen, in de andere sieraden en de derde steeg ondergoed, spijkerbroeken (opgevouwen als servetjes) en sokken. Een overweldigende ervaring en we kijken onze ogen uit, moeten even wennen aan de atmosfeer en durven in eerste instantie nog geen foto’s te nemen (in Moslimlanden mag je geen afbeeldingen van mensen en dieren maken, vandaar dat decoraties bestaan uit mozaïeken en abstract snijwerk). Na een uur rondzwerven en met wat hulp van mensen die onze zoekende blik zien, komen we bij de moskee aan. We lopen eromheen en weten niet goed of we de binnenplaats op mogen. Dan worden we aangesproken door een jongen, Nordin, die spontaan van alles begint te vertellen over de moskee en binnen een paar minuten zeggen we tegen elkaar: volgens mij hebben we nu een gids. Nordin laat ons de moskee zien. Daarna neemt hij ons mee naar een oud woonhuis, waarvan de wanden allemaal bekleed zijn met mozaïektegels. We gaan het dak op en hebben een prachtig uitzicht over de medina. Daarna gaan we in hoog tempo door allerlei kleine steegjes en komen we op een pleintje waar een veiling plaatsvindt. Mannen lopen rond met allerlei koopwaar: een tapijt, een mixer, sieraden; eromheen zitten vrouwen die bieden op de koopwaar. We mogen op discrete afstand een foto nemen. Met deze veiling proberen mannen extra geld te verdienen om een schaap te kopen voor het grote offerfeest. Daarna gaan we kijken bij verschillende werkplaatsen, o.a. bij een schoenmaker en weverij. Een geweldige tour en we hebben meteen ons lesje geleerd. Spreek vooraf een prijs af. We hebben Nordin veels te veel betaald, maar het was de moeite waard. Terug in de haven blijkt er een derde Nederlandse boot aangekomen, de Dixbay en we schuiven aan bij de borrel.
De volgende dag gaan we de medina van Sale in. We willen onder andere de moskee bekijken. Je ziet de minaret van grote afstand, maar eenmaal in de medina kunnen we de moskee niet vinden. Wel zien we heel veel winkeltjes en werkplaatsen in kleine steegjes. De winkeltjes zijn gegroepeerd. In de ene steeg verkopen ze schoenen, in de andere sieraden en de derde steeg ondergoed, spijkerbroeken (opgevouwen als servetjes) en sokken. Een overweldigende ervaring en we kijken onze ogen uit, moeten even wennen aan de atmosfeer en durven in eerste instantie nog geen foto’s te nemen (in Moslimlanden mag je geen afbeeldingen van mensen en dieren maken, vandaar dat decoraties bestaan uit mozaïeken en abstract snijwerk). Na een uur rondzwerven en met wat hulp van mensen die onze zoekende blik zien, komen we bij de moskee aan. We lopen eromheen en weten niet goed of we de binnenplaats op mogen. Dan worden we aangesproken door een jongen, Nordin, die spontaan van alles begint te vertellen over de moskee en binnen een paar minuten zeggen we tegen elkaar: volgens mij hebben we nu een gids. Nordin laat ons de moskee zien. Daarna neemt hij ons mee naar een oud woonhuis, waarvan de wanden allemaal bekleed zijn met mozaïektegels. We gaan het dak op en hebben een prachtig uitzicht over de medina. Daarna gaan we in hoog tempo door allerlei kleine steegjes en komen we op een pleintje waar een veiling plaatsvindt. Mannen lopen rond met allerlei koopwaar: een tapijt, een mixer, sieraden; eromheen zitten vrouwen die bieden op de koopwaar. We mogen op discrete afstand een foto nemen. Met deze veiling proberen mannen extra geld te verdienen om een schaap te kopen voor het grote offerfeest. Daarna gaan we kijken bij verschillende werkplaatsen, o.a. bij een schoenmaker en weverij. Een geweldige tour en we hebben meteen ons lesje geleerd. Spreek vooraf een prijs af. We hebben Nordin veels te veel betaald, maar het was de moeite waard. Terug in de haven blijkt er een derde Nederlandse boot aangekomen, de Dixbay en we schuiven aan bij de borrel.
De dag erna gaan we met zijn
allen, de bemanningen van de vier Nederlandse boten, met de tram de rivier over
naar Rabat. Eerst gaan we kijken bij het mausoleum van Mohammed V. Mohammed de V is de stichter van het
onafhankelijke en huidige Marokko en heeft hier zijn laatste rustplaats. Naast
het Mausoleum staat de Hassantoren, een 44 meter hoge minaret die
hoog uitrijst boven de overblijfselen van de sultan Yaqub al Mansour moskee
die in de 18e eeuw werd verwoest door een aardbeving. Vanaf het mausoleum lopen
we naar de medina van Rabat. Onderweg drinken we onze eerste muntthee
(heellllllllllll zoet) met daarbij een croissant. De medina is duidelijk
toeristischer dan de medina in Sale. We lopen er vrij snel doorheen en komen in
de Kasbah van de Udayas – dit is
een op een berg gebouwde fortificatie met uitzicht op de Atlantische Oceaan. Binnen
de roodbruine muren is er een doolhof van straatjes met wit-blauw geschilderde
huisjes. Vanaf een groot terras aan de zeekant hebben we uitzicht op de
haveningang waar we twee dagen eerder doorheen zijn gevaren. Om half vijf zijn
we terug aan boord en pakt Ank haar spullen om samen met Ingrid en Thea naar de
Hammam (Marokkaans badhuis) te gaan. Ingrid van de Blabber heeft hierover een
pracht verhaal geschreven, dus volg deze link: http://www.blabberopreis.nl/hammam-100-femmes/. Terug in de marina zitten de mannen aan boord van de Dixbay.
Na wat wijntjes en biertjes verkassen we naar de Gaia waar we met alle
meegebrachte etenswaren gevulde wraps, salade en guacamole maken en natuurlijk
opeten. De volgende dag blijkt dat Ank wel erg te grazen is genomen door haar
ksala in opleiding. Haar borstkas en rug waren zo erg gescrubd dat er overal
wondjes zaten. Gelukkig zag alles er na een paar dagen weer normaal uit.
Op dag 4 gaan we met zijn allen
eten in restaurant Dar Naji
in Rabat. De entourage is geweldig. We bestellen verschillende soorten tajines (kip,
rund, lam) zodat we van alles wat kunnen proeven. Marokkanen eten net als de
fransen alles van een dier, maar we hebben gelukkig kunnen voorkomen dat we een
tajine met de hersenen van een geit kregen. Alcohol wordt er niet geschonken en iedereen gaat aan het water. Niet erg want dat compenseert de borrels in de marina mooi.
De bemanning van de Dixbay,
Blabber en Nostress gaan Fes bezoeken. Ons oorspronkelijke plan om kort in
Rabat te blijven en dan naar Agadir te varen gaat niet door vanwege het weer (de wind is gedraaid en pal tegen). Wij besluiten om naar Marrakech te gaan om van
daaruit een toer door het Atlasgebergte en de woestijn te maken. Waarover in de
volgende blog meer ……
zondag 28 oktober 2012
Van Cartagena naar Rabat (30/09 – 15/10)
Na een dag heftige regenbuien
konden we vertrekken uit Cartagena op weg naar Aguadulce, 100 mijl verderop. Het is
een rustige tocht met weinig tot geen wind en de zee is bezaaid met takken,
boomstronken en afval dat door de heftige regenval in zee is gespoeld. We
blijven een dagje in Aguadulce om in Almeria het fort Alcazaba te bezoeken. De
moren hebben in 995 dit fort gebouwd. Het fort wordt goed onderhouden en heeft
schitterende binnentuinen en mooie uitzichten. Zie ook de foto’s.
Na Aguadulce varen we in één keer naar Gibraltar, weer met weinig tot geen wind. Je went er bijna aan. We liggen een week in Gibraltar. We hebben een paar klussen op het lijstje staan die we hier willen uitvoeren. Zo is Keimpe drie dagen aan het bikken en boren om een gebroken scepter uit de scepterpot te krijgen, is Ank een dag bezig om met de hand een nieuw joonvlaggetje te maken en doen we een veiligheidsinspectie van de hele boot. Sinds ons vertrek uit Cartagena doet onze marifoon het niet meer goed en daardoor ook de AIS niet. We laten er iemand naar kijken en de marifoon werkt weer, maar de AIS niet. Deze gaan we waarschijnlijk vanaf de Canarische eilanden opsturen naar de fabrikant in Duitsland.
Na Aguadulce varen we in één keer naar Gibraltar, weer met weinig tot geen wind. Je went er bijna aan. We liggen een week in Gibraltar. We hebben een paar klussen op het lijstje staan die we hier willen uitvoeren. Zo is Keimpe drie dagen aan het bikken en boren om een gebroken scepter uit de scepterpot te krijgen, is Ank een dag bezig om met de hand een nieuw joonvlaggetje te maken en doen we een veiligheidsinspectie van de hele boot. Sinds ons vertrek uit Cartagena doet onze marifoon het niet meer goed en daardoor ook de AIS niet. We laten er iemand naar kijken en de marifoon werkt weer, maar de AIS niet. Deze gaan we waarschijnlijk vanaf de Canarische eilanden opsturen naar de fabrikant in Duitsland.
We klussen niet alleen, maar vermaken
ons ook uitstekend met de bemanning van andere boten. Zo maken we kennis met de
bemanning van de Tao, een bijzondere boot met een schipper en drie opstappers,
allemaal een andere nationaliteit. De opstappers proberen al liftend de wereld
rond te zeilen. Onder het genot van een glas wijn en een waterpijp (oké 1
lurkje) horen we mooie verhalen.
Dan is het tijd om naar Rabat te
varen. Voor vertrek hebben we allebei de kriebels in onze buik. We vinden het
wel spannend om de drukke straat van Gibraltar over te steken en lezen allemaal
verhalen van boten die verstrikt raken in de netten bij Marokko, dat geeft ons
ook een beetje de kriebels. We zeilen eerst naar Tarifa en gaan daar voor anker
om met het juiste tij de straat over te steken. Het weer is rustig en we
laveren tussen de vele vrachtschepen door. Na 2 uur zijn we aan de overkant en
daar krijgen we flink de stroom mee; onze snelheid loopt op naar 8,5 knoop.
Eerste hindernis genomen J. We kunnen heerlijk zeilen en genieten enorm van het
gekabbel van het water langs de boot, weer eens wat anders dan het geluid van
de motor. Als het donker is krioelt het van de vissersboten om ons heen. De
boten hebben slechte verlichting en soms lijkt het of ze alle lichten uitdoen.
’s Avonds zien we de eerste lichtjes van netten en we varen er netjes omheen.
Maar ’s nachts zitten we ineens tussen allemaal witte en rode lichtjes. Vanaf
een klein bootje wordt er heftig met een grote lamp geseind. We gaan snel
overstag, maar waar we ook kijken: we zien lichtjes. We voelen dat iets de
onderkant van de boot raakt, maar houden vaart en er sleept niks achter ons
aan. Pffffffff ging ‘net’ goed. We koersen uiteindelijk naar een groep
visserboten en komen zo weer uit de lichtjes. Tweede hindernis genomen en Ank
duikt het bed weer in.
Nog geen kwartier later gaat het enorm waaien en regenen. We hebben onze eerste tropische regenbui. We zien de mast niet eens zo hard regent het. Na deze bui blijven er flinke wolkenpartijen om ons heen drijven, zien we lichtjes van netten voor ons en colonne vissersboten achter ons die steeds dichterbij komt. We besluiten om met zijn tweeën de rest van de nacht paraat te blijven.
Bij dageraad lijkt alles ineens opgelost, geen net of vissersboot te zien. Om 8 uur ’s morgens zijn we 13 mijl van Rabat vandaan. We kunnen alleen rondom vloed de rivier op waar de jachthaven is en dobberen op de deining, zonder zeil, richting Rabat waar we om half drie ’s middags zijn. Het is niet slim om zelf de rivier op te varen, maar te wachten op een pilotboot van de marina die je naar binnen begeleidt. We zijn bezig de marina op te roepen als we de pilotboot al naar ons toe zien varen. De invaart is best spectaculair met rechts Rabat en links Sale. De jachthaven ligt in Sale. Je krijgt niet meteen een plekje, maar je moet eerst vastleggen aan een inklaarsteiger op de rivier. Daar liggen de twee Duitse jongens die we in Gibraltar hebben ontmoet en die net aan het uitklaren zijn. Ze vertellen dat het inklaren bij hun 4 uur heeft geduurd. Wij hebben mazzel. De douane zit binnen vijf minuten bij ons binnen en zowel wij als zij vullen allerlei papieren in. Nog even een goed gesprek over de finale Nederland – Argentinië in 1978 en ze verlaten de boot weer. Even later komt een politieagent met een drugshond aan boord. Het is een flinke labrador die onze steile trap niet opkomt, maar na wat trek en hijswerk staat ie weer op de kade. De agent vertelt dat we een plekje in de marina kunnen gaan zoeken en dat we over een uurtje onze paspoorten en papieren bij het kantoor kunnen ophalen. We waren dus binnen een half uurtje klaar.
We liggen in een luxe haven met veel bewaking. Komt waarschijnlijk omdat de koning van Marokko hier een aantal motorjachten heeft liggen. We ploppen een fles cava open en duiken na het legen van de fles, moe maar voldaan in het vooronder en slapen meer dan 12 uur.
Nog geen kwartier later gaat het enorm waaien en regenen. We hebben onze eerste tropische regenbui. We zien de mast niet eens zo hard regent het. Na deze bui blijven er flinke wolkenpartijen om ons heen drijven, zien we lichtjes van netten voor ons en colonne vissersboten achter ons die steeds dichterbij komt. We besluiten om met zijn tweeën de rest van de nacht paraat te blijven.
Bij dageraad lijkt alles ineens opgelost, geen net of vissersboot te zien. Om 8 uur ’s morgens zijn we 13 mijl van Rabat vandaan. We kunnen alleen rondom vloed de rivier op waar de jachthaven is en dobberen op de deining, zonder zeil, richting Rabat waar we om half drie ’s middags zijn. Het is niet slim om zelf de rivier op te varen, maar te wachten op een pilotboot van de marina die je naar binnen begeleidt. We zijn bezig de marina op te roepen als we de pilotboot al naar ons toe zien varen. De invaart is best spectaculair met rechts Rabat en links Sale. De jachthaven ligt in Sale. Je krijgt niet meteen een plekje, maar je moet eerst vastleggen aan een inklaarsteiger op de rivier. Daar liggen de twee Duitse jongens die we in Gibraltar hebben ontmoet en die net aan het uitklaren zijn. Ze vertellen dat het inklaren bij hun 4 uur heeft geduurd. Wij hebben mazzel. De douane zit binnen vijf minuten bij ons binnen en zowel wij als zij vullen allerlei papieren in. Nog even een goed gesprek over de finale Nederland – Argentinië in 1978 en ze verlaten de boot weer. Even later komt een politieagent met een drugshond aan boord. Het is een flinke labrador die onze steile trap niet opkomt, maar na wat trek en hijswerk staat ie weer op de kade. De agent vertelt dat we een plekje in de marina kunnen gaan zoeken en dat we over een uurtje onze paspoorten en papieren bij het kantoor kunnen ophalen. We waren dus binnen een half uurtje klaar.
We liggen in een luxe haven met veel bewaking. Komt waarschijnlijk omdat de koning van Marokko hier een aantal motorjachten heeft liggen. We ploppen een fles cava open en duiken na het legen van de fles, moe maar voldaan in het vooronder en slapen meer dan 12 uur.
woensdag 17 oktober 2012
Plop moment :-)
We hebben een nieuwe mijlpaal op onze reis. We zijn sinds afgelopen maandag in Rabat, Marokko. Verhalen en foto's van afgelopen weken volgen snel!
zondag 30 september 2012
Herfst
Spanje houdt ons vast: vanwege
herfstig weer zitten we nog op de Middellandse zee en moet onze terugkeer naar
Gibraltar en het bezoek aan Marokko nog even wachten. We liggen nu bijna 1,5
week verwaaid in Cartagena.
We zijn maandag 17 september
vanuit Valencia vertrokken en zijn in drie etappes naar Cartagena gevaren. We
hebben een nacht in Denia in de haven gelegen en een nacht voor anker gelegen
bij Morayra. Het eerste deel van de tocht was de kust niet heel bijzonder, het
deed ons denken aan de Belgische kust: een lage kust met af en toe een plaats volgebouwd
met flats voor hotels en appartementen. Maar vanaf Denia is het een prachtige
kust, grillig, groen, mooie rotsen en op de achtergrond hoge bergen.
Het plan was om een dag of twee in
Cartagena te blijven o.a. om het oude Romeinse theater te bezoeken en dan weer
verder te gaan. Dat plan lukte ook in eerste instantie. Hoewel de wind tegen was,
zagen we een weergaatje om binnen 24 uur naar Aguadulce te varen, een tocht van
100 mijl.
Je moet daarvoor om een kaap, Cabo de Gata, heen waar het goed kan spoken: de
wind wordt er versterkt en er kan een
flinke oostelijke stroming staan. Zondag de 23e vertrekken we aan
het begin van de middag. We maken een lange slag langs de kust en hoewel er een
zuidwester van 20 knopen is voorspeld, valt de wind aan het begin van de avond
helemaal weg en gaan we op de motor verder. ’s Avonds ligt Ank net een half
uurtje in bed als Keimpe roept dat er wind is. Dat is zo raar hier in de
Middellandse zee: het is windstil en dan draait iemand een knop om en waait het
25 knopen (6 Bft). De wind staat tegen, dus we hijsen het grootzeil met twee
reven en doen er een stukje genua bij. We moeten kruisen en de wind wakkert
verder aan naar 30/35 knopen. We zeilen richting kust in de hoop dat het daar
minder waait, maar nee, het gaat alleen maar nog harder waaien. We maken weinig
voortgang en verwachten bij de kaap nog slechtere omstandigheden. We trekken de
conclusie dat het niet zinvol is om zo te blijven beuken tegen de wind in. Er
zijn geen havens of ankerplekken waar we midden in de nacht met dit weer kunnen
schuilen en we besluiten om terug te varen naar Cartagena. Grootzeil weer
omlaag en met een puntje genua varen we in eerste instantie met zo’n 7/8 knopen
richting Cartagena. Daar komen we een uur of 9 ’s ochtends aan.
Tja en vanaf die tijd wachten we
dus op beter weer om verder te varen. Het heeft hier afgelopen dagen hard
gewaaid en gisteren heeft het de hele dag enorm hard geregend. We vermaken ons
verder prima met bezoeken aan bezienswaardigheden in Cartagena (Romeins
theater, een verdedigingsfort bij de haveningang, archeologische opgravingen), af
en toe een wandeltocht, een klus aan boord en niet onbelangrijk lekker tapas
eten en borrelen met Richard en Judith die met hun schip hier ook verwaaid
liggen.
Zoals het er nu naar uitziet is
het vanaf morgen weer rustig en draait de wind. Dus als het goed is gaan morgen
de trossen los en kunnen we met de wind in de rug een tweede poging wagen om
Aguadulce te bereiken.
maandag 17 september 2012
Badalona en Valencia
We zijn alweer ruim een week op
het vaste land van Spanje. Op 7 september zijn we aangekomen in Badalona, een stad
vlak ten noorden van Barcelona. We zijn vertrokken vanuit Mallorca en hebben
een nacht doorgevaren om in Badalona te komen. Er was heel weinig wind en zeker
de helft van de tijd heeft de motor aangestaan….
Eind van de middag hebben we
vanuit Badalona de trein naar Barcelona
genomen. Binnen een kwartier sta je aan het begin (of eind?) van de Ramblas,
midden in de drukte. Dat was wel effe wennen na de rust van onze laatste
ankerplaats in het noorden van Mallorca. We zijn de Ramblas afgelopen naar onze
favoriete plein Placa Reial waar we onder genot van wijntje en tapas mensen
hebben gekeken, altijd leuk.
De dag erop zijn we met een
huurauto naar het museum van Dali in Figueres gereden. Het museum is na het
Prado in Madrid het meest bezochte museum in Spanje. Nou, zo ook de dag dat wij
er waren: het was enorm druk met onder andere een bus Russen. Het museum toont
heel veel werken van Dali, maar een beetje in willekeurige volgorde en met
weinig toelichting. Toch waren we onder de indruk van zijn werk en het Teatro
waar het allemaal was tentoongesteld. Verder viel op dat heel veel mensen niet
echt kijken naar de kunstwerken maar voornamelijk bezig zijn met het maken van
foto’s: hoe kom ik zo bevallig mogelijk op de foto voor de Cadillac? Of met een
iPad (plaat) voor je hoofd bij elk schilderij klikken en dan thuis kijken wat
je op de foto hebt gezet. Een aantal kunstwerken kon je ’gewoon’ aanraken en
sommige kon je na inwerpen van een euromuntje in werking zetten (wat we
inderdaad bij allemaal gedaan hebben). Meestal mag je niet aan kunst komen,
laat staan dat je er zelf nog iets aan kunt toevoegen.
Na het museum hebben we op de
terugweg een stop gemaakt in Girona. Als je nog eens in dit gebied op vakantie
gaat, bezoek Girona! Een erg leuke stad met een prachtig oud centrum waar een
rivier door loopt. We hebben er heerlijke pinxtos (tapas op stokbroodjes
mjammie) gegeten op weer zo’n mooi plein en genoten van de relaxtheid van de
Spanjaarden. Je vindt hier, net als in veel andere Spaanse plaatsen, overal
pleinen en pleintjes met terrassen waar je heerlijk hapjes en drankjes kunt
genieten. Viva Espana!!
Vanuit Badalona zijn we in 1 keer
naar Valencia gevaren: wederom door gebrek aan wind hebben we bijna 80% van de
tijd moeten motoren. Af en toe kon het zeil een halfuurtje omhoog. We
maken ons er maar niet druk (meer) om. Na onze aankomst in Valencia begon de Mistral vanaf de Franse
kust bij Bay de Leon te blazen met windkracht 8 a 9, hetgeen ook in Valencia
een halve dag tot wat meer wind leidde maar waar we dus niet van geprofiteerd
hebben.
We liggen nu in Valencia in Marina
Real Juan Carlos 1. Het is een grote, moderne en parkachtig aangelegde marina voor
megajachten en bootjes zoals de onze, met notabene een formule 1 autocircuit.
We vermoeden dat deze haven speciaal is aangelegd voor de America’s Cup (de
meest prestigieuze zeilwedstrijd die er is) die hier in 2007 is gehouden (voor
het eerst buiten Engeland, geloof ik) en hebben ons verbaasd over de
hoeveelheid sporen die je nog ziet: er staat nog een America’s cupper op de
kant, de loodsen van de teams en andere gebouwen staan er nog, zij het vrijwel
leeg, en zelfs putdeksels herinneren aan de
race.
Valencia is een vlakke, uitgebreide
stad, waar veel gefietst en geskate (geskeet?) wordt. Op de fiets zijn we op pad
geweest naar de oude stad en de ‘stad van de kunsten en wetenschappen’. Dit
laatste is een thematisch ingericht gebied met prachtige, futuristisch aandoende
gebouwen ontworpen door de architect Santiago Calavatra, waar we bewonderend
hebben rondgetoerd. Door de voormalige rivierbedding van de rivier Turia zijn
we naar de oude stad gefietst. In de jaren 70 nog een rivier, inmiddels een
aaneenschakeling van parken als een groene licht meanderende stroom door de stad heen. In het centrum heb je mooie
pleinen en leuke straatjes met vele terrasjes, waar we heerlijk hebben rondgedoold.
Vandaag aan het strand gelegen en
uitgerust voor de verdere reis, want we gaan vanaf morgen al hoppend langs de
kust naar Gibraltar.
dinsdag 4 september 2012
M & M
De afgelopen twee weken hebben we Mallorca & Menorca
verkend. Vanuit Ibiza hadden we het plan om te gaan ankeren in de buurt van de
hoofdstad Palma, maar de wind (!!) bracht ons een stuk westelijker en we hebben
een aantal dagen geankerd bij het stadje Santa Ponsa.
Mallorca is Duits georiënteerd.
Dat merk je aan de vele Duitsers op het eiland, de menukaarten in het Duits en
ook de eilanders op wat meer toeristische plekken spreken je direct aan in het
Duits. Santa Ponsa is een rustig toeristenplaatsje en de baai is goed
beschermd. We gaan van hieruit dan ook op pad om het eiland te verkennen. Als
eerste gaan we met de bus naar het museum van Miro dat ten westen van Palma
ligt. De bus zit vol met strandtoeristen en stopt wel dertig keer, waarbij wij
er ons over verbazen dat er nog steeds mensen bij kunnen in de bus. De bus
voert ons langs grote toeristenresorts en –attracties, waar grote drukte heerst
en ons een bont uitzicht biedt op allerlei snackbars, winkeltjes en kroegen. Hier
heerst het massatoerisme. Zou het bij Miro ook zo druk zijn? De heenweg stappen
we een paar haltes te vroeg uit en lopen uiteindelijk dik een uur in de hitte
en omhoog voor we bij het museum zijn (pfff, je moet er wat voor over hebben),
waar het lekker rustig is. Op het terrein van het museum staan de studio’s waar
Miro 40 jaar heeft gewoond en gewerkt. Hij heeft zijn nalatenschap ten behoeve
van jonge kunstenaars ondergebracht in een stichting. Na zijn dood heeft de stichting een stijlvol
museum gebouwd op het terrein. We waren erg onder de indruk van de werken van
Miro. We kenden wel wat van zijn tekeningen en schilderijen, maar nog niet zijn
wandkleden en beeldhouwwerken, prachtig! De terugweg met de bus ging iets
sneller, want er bleek ook een bushalte maar vijf minuten van het museum
vandaan…
De dag erop huren we een auto en
gaan we de noordwest kust van Mallorca verkennen. We volgen de route langs de
kust door de bergen en rijden door erg mooie en verrassende dorpjes. De drukte
en het massatoerisme wat we zagen op weg naar het museum van Miro kom je hier
vooral niet tegen. Wel rustige dorpjes, gelegen in prachtige dalen.
Kronkelwegen door de bergen waar af en toe een auto passeert, we een liftster
oppikken en genieten van prachtige uitzichten over de ruige kust. Zie ook de
foto’s. Na een drankje op een terras in Soller gaan we aan het begin van de
avond weer terug richting Santa Ponsa. Er blijkt een tolweg te zijn door de
bergen en daardoor zijn we heel snel bij de hoofdstad Palma. Ach en daar gaan we
ook nog maar even kijken en een hapje eten. Palma is een mooie stad met grote
statige gebouwen, ook hier is het massatoerisme afwezig. De meeste opwinding
komt van verschillende paartjes die met gezelschap voor de kathedraal op hun
beurt wachten om in het huwelijk te treden. Dames houden het koel met de
bekende waaiers.
Als we de dag erop wakker worden, ligt
er 75 meter
naast ons een Nederlandse boot met de naam Islay. Dat kan niet anders als de
boot van Berend zijn. Berend kennen we (nog) niet, maar wel een aantal mensen
om hem heen. Zijn broer Jan Paul die havenmeester was in de jachthaven in
Lelystad waar we hebben gelegen. Zijn andere broer Anco waar we tijdens onze
vorige reis een tijd mee zijn opgetrokken. En natuurlijk Marcel die we tijdens
onze vorige reis hebben leren kennen en die nu een beetje jaloers onze berichten volgt
;-). We wisten van Marcel dat Berend met zijn gezin ook komend jaar gaat zeilen
en dat ze vanuit de Med vertrokken. Maar dat je elkaar dan tegenkomt is toch
wel erg gaaf, Mallorca alleen heeft al 84 baaitjes. We varen langs en ook
Berend kent ons van naam en al snel zitten we onder het genot van een biertje
heerlijk te kletsen over van alles en nog wat. We gaan elkaar deze reis zeker
nog wel vaker zien.
Vanaf Santa Ponsa zeilen we oostwaarts
en aan het begin van de avond laten we ons anker vallen voor het strand van Ensenada
de la Rapita. Het
water is azuurblauw en geweldig helder. In het donker blijkt dat de Engelse boort
naast ons binnen overal rode verlichting heeft, de wallen in Amsterdam zijn er
niks bij.
De dag erop zeilen we verder naar
Porto Colom, een leuke natuurlijke haven. We weten al een tijdje dat er flink
veel wind aankomt vanuit het noordwesten en daarvoor willen we schuilen op
Menorca. De wind komt eerder dan we dachten en we maken verder geen tussenstops
op Mallorca. Vanaf Porto Colom zeilen we in één keer naar Menorca. We liggen op
Menorca in het plaatsje Ciutadella voor het eerst sinds weken weer in een
jachthaven. Ciutadella ligt in een diepe, natuurlijke baai en aan het einde, op
de plek waar vroeger de ferries parkeerden, is nu een nieuwe jachthaven. Best
lekker om weer eens lang te douchen ….
Ciutadella is een erg leuk stadje
met sfeervolle kleine straten en steegjes, mooie pleinen en een gezellige haven
met veel terrasjes. We doen wat klusjes aan boord en liggen goed beschut tegen
de harde wind die rondom de Balearen waait. Om wat van het eiland te zien en ook
wat aan lichaamsbeweging te doen huren we mountainbikes. We maken een tocht
door het droge binnenland en langs de rotsige zuid- en westkust. Langs de kust
ging de route over rotspaden, die moeizaam met de fiets begaanbaar waren. Het
was een heftige maar mooie tocht van bijna 8 uur. Nou, dat was gisteren en vandaag
doet zitten dus pijn, haha auau haha.
We lazen dat in Twente het al
gevroren heeft, nou hier hebben we ook te maken met een weersomslag. De
temperatuur is 10 graden omlaag gegaan en is nu tussen de 22 en 26 graden en ja
we wisten niet meer wat het was, maar het is soms bewolkt en we hebben een aantal
regenbuien gehad. Het plan is om morgen weer verder te trekken en we zijn nu
aan het bekijken wat we de komende weken nog gaan doen voor de Middellandse Zee
verlaten.
donderdag 23 augustus 2012
De Med op
We zijn nu zo’n twee weken aan het
varen op de Middellandse zee. Vanaf Gibraltar zijn we in één keer gevaren naar
Cartagena, waarbij we twee nachten hebben doorgezeild. Nou ja: gezeild, we
hebben veel moeten motoren. Er was de meeste tijd te weinig wind om te zeilen.
En als het waaide (een tijdje heeft het wel gewaaid, tot zo’n 5 a 6 bf) draaide de wind vaak
alle kanten op of stopte abrupt, alsof iemand een knop omzette, en lagen we te
dobberen met klapperende zeilen. Een vermoeiende tocht die goed werd gemaakt
door de vele dolfijnen en een paar schildpadden die even langs kwamen om ons te
groeten. Van de dolfijnen heb je echt de indruk dat ze je even aankijken als ze
vlak bij de boeg even boven water komen en zich iets schuin met de kop naar je
toe draaien; je blijft je verwonderen als ze langs komen.
Cartagena is een mooie stad met
Romeinse opgravingen die we overigens niet gezien hebben, maar wie weet komen
we er nog een keer op de terugweg naar Gibraltar. We zijn wel naar een museum
van onderwaterarcheologie geweest. Een prachtig, modern museum waar de
receptioniste erg haar best deed om Nederlands te praten: “Bent u
gepensioneerd?” was een van de vragen die ze voorlas van een A4-tje. In het
museum veel amforen, lampjes, scheepswrakken en informatie over het bevaren van
de Middellandse zee door Feniciers, Cartagers, Grieken en Romeinen. Het
tentoongestelde is een mooie illustratie van wat Fik Meijer in zijn boek over
de Middellandse Zee in de oudheid beschrijft.
Na Cartagena zijn we naar Ibiza
gevaren, wederom veel gemotord. In de eerste baai waar we lagen was ook de
jetset nadrukkelijk aanwezig: veel veels te grote motor- en zeiljachten,
voornamelijk onder Engelse vlag. Tja en als je een grote boot hebt, dan heb je
natuurlijk ook personeel die de boot schoonmaakt, je naar de kant brengt en
zorgt dat er op het achterdek drankjes en hapjes klaarstaan. De dingen zeg maar
die wij allemaal zelf doen. Wat ook opvalt (nou ja, voornamelijk Ank) is de
hoeveelheid naakte mannen die op het voordek aan het paraderen zijn. Met als
toppunt een man die zich op het voordek naakt aan het opdrukken is. Vrouwen
hebben ‘netjes’ een bikini aan, denkt Ank. Keimpe denkt dat dat wel meevalt.
De tweede plek waar we ankeren is
bij de een na grootste stad van Ibiza, San Antoni. We gaan hier aan de kant om
brood te halen. De stad lijkt wel een soort kermisterrein: het is er vol met
kraampjes, herrie, ronddolende jongeren, attracties en je kunt het water op in
glassbottomboats (doordebodemkijkboten), waar uiteraard luide muziek van
schalt. Natuurlijk zijn er veel terrassen, kroegen, fast food tentjes en
disco’s/clubs. Er lopen groepen jongeren die wel gekloond lijken. Om de paar
meter is een stalletje waar je je kunt laten bodypainten. Veel mensen laten dat
doen en lopen rond met een half beschilderd lichaam. De supermarktjes die er
zijn verkopen vnl. drank en zoiets als brood en fruit / groente is lastig te
vinden. Na een ijsje op de kermis gaan we snel weer naar de boot.
Keimpe’s verjaardag vieren we in
een baai in het noorden van Ibiza. ’s Ochtends met aardbeien, cake en slagroom
en ’s avonds met paella in een restaurant op de kant. En de hele dag met
slingers in de boot, hoera. We kunnen lekker zwemmen en snorkelen in de baai en
blijven er dan ook een paar dagen liggen.
Ibiza biedt een erg groene indruk,
waar ondanks het enorme toerisme opmerkelijk
weinig van aangetast lijkt. De villa’s en hotels zijn over het algemeen
mooi in het landschap opgenomen en het lijkt daardoor niet vol bebouwd. De kust
van Ibiza is prachtig: groen, rotsachtig (ruig in verschillende kleuren) met
veel baaien en strandjes met prachtig helder blauw/groen water waar je heerlijk
in kunt zwemmen en snorkelen. Je snapt wel dat in de jaren 60 hippies en later
ook anderen hier massaal naartoe zijn gekomen. Helaas staat langs de kust
nauwelijks wind, dus we zeilen een beetje en motoren een beetje van baai naar
baai. Het is hier erg warm, overdag tegen de 40 graden en ’s nachts tegen de 30
graden. Dus we zijn heel blij met het water om ons heen waar we regelmatig in
plonzen. Het is druk met jachten in de baaien, en – misschien wel door de
drukte – niemand maakt echt contact met elkaar. Als je zwaait of ola zegt, dan
gaat er soms aarzelend een hand omhoog. We hebben hier niet veel aanspraak.
We zijn gisteren naar Mallorca
gezeild en komende week willen we dit eiland verkennen. Daarna zijn
we van plan om richting Barcelona te varen om vandaar uit weer richting
Gibraltar langs de kust te hoppen waar we eind september willen zijn. We gaan
niet verder de Middellandse Zee in vanwege de weinige wind waardoor langere
tochten alleen met veel motorvaren mogelijk zijn. En daar hebben we geen zin
in.
vrijdag 10 augustus 2012
Spanglish ….
We liggen alweer een paar dagen
in Gibraltar en nou hoort het bij Groot Brittanië, maar ze praten hier
“Spanglish”, een combinatie van Spaans en Engels. Over Gibraltar zo meer.
Na Culatra zijn we naar Ayamonte
gevaren, een plaatsje aan de Spaanse zijde van de grensrivier Guadiana. Daar
vullen we de bootvoorraad aan, spelen we loodgieter (nieuwe WC geïnstalleerd en
afvoerslang ontstopt) en kletsen we met de Nederlandse buren.
Daarna zeilen we naar de baai van
Cadiz. Na een tip van de buren in Ayamonte gaan we in Rota met de boot liggen
en gaan we van daaruit met de ferry naar Cadiz. Zowel Rota als Cadiz zijn
prachtige plaatsen. Zie de foto´s.
We besluiten om vanuit Rota in
twee etappes naar Gibraltar te gaan. Eerst naar Barbate (40 mijl) en de dag erop
naar Gibraltar (36 mijl).
Onderweg naar Barbate komen we langs de Cabo Trafalgar. Bij deze kaap heeft
Nelson in 1805 Napoleon verslagen. En zo komt dus Trafalgar Square in Londen
aan zijn naam.
In Barbate liggen we naast twee
zeiljachten (Thalassa en Jariboe) die ook naar Gibraltar gaan. Met een glaasje
wijn bespreken we de tocht naar Gibraltar en wisselen ervaringen uit, een
gezellige avond. De volgende morgen vertrekken we gezamenlijk en we houden
onderweg contact via de marifoon. Het kan heel hard waaien in de straat van
Gibraltar en je moet er altijd voor zorgen dat je wind mee hebt. Bij de plek
waar het volgens de boeken 300 dagen per jaar meer dan 30 knopen waait
(Tarifa), hebben wij 10 tot 15 knopen wind. Het is een prachtige tocht. Het is
erg helder en je ziet Marokko heel goed liggen. De Thalassa vaart voorop en
roept op dat ze vlak bij Gibraltar heel veel wind hebben (windkracht 7/8). We
leggen snel twee reven en rollen de genua in. Met dit kleine lapje zeil gaan we
nog 8,5 knopen (ok, ook veel stroom mee). Wij gaan naar Marina Bay in Gibraltar
en de andere twee boten naar de marina in het Spaanse La Linea.
We liggen nu dus alweer een aantal
dagen in Gibraltar, een wonderlijke wereld. Om te beginnen met de jachthaven.
We liggen onder de rots en vlak naast de enige start- en landingsbaan van het
vliegveld van Gibraltar, waar enkele keren per dag kleinere vliegtuigen landen
en vertrekken.. De eerste keren dat we een vliegtuig zagen landen op nog geen 100 meter afstand keken
we onze ogen uit. (Omdat de ruimte in Gibraltar erg beperkt is kruist de
landingsbaan de toegangsweg vanuit Spanje, die met slagbomen wordt afgesloten
als de landingsbaan gebruikt moet worden.) In de jachthaven liggen aardig veel
Engelse boten die er zeker al een paar maanden liggen en er heerst een rustig
sfeertje.
Het schiereiland Gibraltar is 6
km², bestaat voornamelijk uit de rots en toch wonen er 30.000 mensen. Er zijn
enorm veel auto’s en scooters terwijl er maar 54 km asfalt is. De Mainstreet
is de winkelstraat en te vergelijken met de Kalverstraat op zaterdagmiddag. Er
komen heel veel toeristen taxfree shoppen. Zo ook de Spanjaarden, maar zij
mogen geen taxfree koopwaar de grens mee over nemen, denken wij. We zagen
namelijk in een achterafstraatje Spanjaarden druk bezig met het verstoppen van
pakjes sigaretten in hun scooter.
De mensen spreken hier dus met een
onverstaanbaar dialect (Spanglish) en er is een mengelmoes van culturen en
godsdiensten. Er zijn naast de Engelsen in ieder geval Indiërs, Ieren, Marokkanen
en Joden. Het nationalistische gevoel is erg groot; overal wapperen Engelse
vlaggen. Tevergeefs heeft Spanje enkele keren getracht Gibraltar in te lijven,
maar via referenda hebben de mensen hier steeds te kennen gegeven onder Engelse
vlag te willen blijven. Bij het naderen van de jachthaven werden ons ook al
vanaf de kant toegeroepen dat we de Engelse vlag in het zijwant moesten hijsen,
weg met dat Spaanse vlaggetje.
Dan heb je natuurlijk nog de apen.
We zijn met de kabelbaan de rots omhoog gegaan en boven wordt je meteen omringd
door apen in allerlei formaten. Je wordt gewaarschuwd ze niet te voeren en geen
tassen los mee te nemen, omdat de apen dan agressief kunnen worden, maar de
taxichauffeurs voeren ze stiekem wel om ze naar de toeristen te lokken. We zijn
op de berg nog naar een grot (St.. Michaels Cave) geweest en naar een
tunnelstelsel. In de berg zit een tunnelstelsel van 52 km en een klein deel is
sinds een paar jaar opengesteld voor publiek. De grot is in oorlogstijd een
ziekenhuis geweest en de tunnels zijn gemaakt om belegeraars van boven te
bestoken en jezelf te verschansen. Overigens is Gibraltar met behulp van
Nederlandse schepen in een Engelse vloot veroverd op de Spanjaarden. Het had
dus niet veel gescheeld of we hadden hier Nederspaans kunnen spreken.
Het is hier lekker warm en als de
wind weer de goede richting opblaast, gaan we verder richting de Balearen.
vrijdag 27 juli 2012
Muziek, zon, zee, wind en zand
We verlaten de hittegolf in
Lissabon en hebben een heerlijke zeiltocht naar Sines. De voorhaven van Sines
is een commerciële haven met veel industrie. Maar als je eenmaal in de
jachthaven ligt merk je niks meer van deze industrie. We komen om 9 uur ‘s
avonds aan en worden verwelkomd door de muziek van de plaatselijke Guus
Meeuwis. Naast de jachthaven is het Tasquinas festival gaande. Een terrein vol
kraampjes waar lokale lekkernijen worden geserveerd en er is dus een podium met
optredens. Het eten in elke kraam wordt verzorgd door een vereniging uit Sines,
variërend van de gymclub tot de communistische partij. Als we de dag erop door
Sines lopen worden we ‘overvallen’ door de rust, relaxtheid en eenvoud.
Heerlijk na 10 dagen Lissabon.
’s Avonds nog meer muziek op de
binnenplaats van het kasteel van Sines: de start van het Festival Musicas do
Mundo (optredens van wereldmuziek in heel veel landen) . We eten eerst op het
terrein van het Tasquinas festival en gaan daarna naar het kasteel. Rondom het
kasteel waan je je 40 jaar terug door de vele hippies met dreadlocks, die
sieraden en kleren verkopen, een beetje wiet roken en rondhangen. We zien die
avond drie optredens. Als eerste Narasito, een 11 koppige band van de Salomon
eilanden, die een wervelend optreden verzorgen. Alle instrumenten zijn van
bamboe, zoals panfluiten van handzaam formaat tot meterslange baspanfluiten
(wat een bijzonder gezicht is als deze bespeeld worden) en verschillende vormen
van slagwerk. De meeste bandleden spelen panfluit en er zijn twee drummers en
een zanger. Ze spelen en dansen een uur lang heel enerverende muziek en zien er
dan nog uit alsof ze nog een paar uurtjes door kunnen gaan. Daarna is er een
optreden van de Otis Taylor band uit de VS. Meneer Otis heeft een enorm ego en
loopt vooral zijn bandleden te intimideren. We snappen niet helemaal wat zijn
muziek met wereldmuziek heeft te maken. We hebben even op internet gekeken en
zijn muziek wordt trance blues
genoemd. Nou een ding is zeker, wij kwamen niet in een trance van al die
herhalingen in zijn muziek. Zelfs de wietlucht om ons heen hielp niet. Eigenlijk
vonden we het saai en we hadden het ook nog koud. Het derde optreden maakte
weer veel goed: De zanger Bombino met Touareg-band uit Niger. Ze begonnen met
een paar akoestische nummers, maar kwamen pas goed los met elektrische gitaren
en een drumstel. Dit was de eerste keer
dat we ‘rockende arabieren’ zagen, die behoorlijk uit hun dak gingen. Dat is toch even wennen, alsof je naar een
persiflage van de VPRO zit te kijken. Met suizende oren duiken we een uur of
drie ons bed in. We worden een beetje gammel wakker en blijven nog een dagje in
Sines.
De dag erop gaan we op weg naar
de Algarve. Hiervoor moeten we rond de kaap Sao Vincente. Het kan hier flink
waaien en daarom zorgen we ervoor dat we net na zonsondergang, als de wind wat
is afgenomen, de kaap ronden. Om een uur of elf ankeren we bij Sagres een
uurtje varen voorbij de kaap. We blijven er een dag liggen. Het waait er stevig
en we wagen het maar niet om met ons bijbootje naar het strand te gaan. Als we
verder gaan, hebben we het eerste stuk
30 knopen wind, pffff. Gelukkig is het na een uurtje een stuk rustiger met de
wind en genieten we van de prachtige zandrotskust met grote gaten en grotten. Jammer dat de mensen die in de appartementen
en hotels bovenop de rotskust zitten dit niet kunnen zien vanaf hun balkon. We
gaan ankeren bij Portimao. Een leuke plek, aan de ene kant zie je de stad (een
iets minder mooi uitzicht), maar aan de andere kant een prachtig strand met
rotskust.
Nu liggen we bij het eiland
Culatra in de ria Formosa bij Faro. Culatra is zand, zand en nog eens zand. We
liggen voor anker bij een bomvol vissershaventje. De bewoners
wonen in kleine witte huizen op het strand. Sommige bewoners doen erg hun best
om tuintjes te houden. Ongelofelijk dat het ze lukt om rozen en zonnebloemen in
leven te houden op de zandgrond. Door het dorp liggen betonplaten waarover je
kunt lopen. Her en der staat er een tractor, maar dat is dan ook alles wat je
ziet aan vervoersmiddelen. We wandelen dwars over het eiland en komen bij een
lagune waar voornamelijk (gestrande) catamarans liggen. Als we er vlak langs
lopen, blijken meerdere boten bewoond te zijn en te zien aan de aangelegde
tuintjes en omheiningen wonen ze daar ook al een tijd. Een boot staat zelfs
bovenop een duin. Hoe die ooit wegkomt? We drinken een biertje op het terras
met een Nederlands stel en eten een heerlijke visschotel. Het lijkt wel een
beetje op de Carieb. Kortom: life is good!
woensdag 18 juli 2012
Saudade …
Dat was het woord dat we in bijna
elke fado wel voorkwam: saudade oftewel eenzaamheid. We hebben in Lissabon in
een restaurantje gegeten waar drie fado zangeressen en een fado zanger de hele
avond afwisselend hebben gezongen. We hebben er erg van genoten. Bij een nummer
van de fado zanger liepen de rillingen over onze rug, zo mooi.
Voor Lissabon zijn we in Portugal
nog in twee andere plaatsen geweest. Als eerste Viana do Castello. Dit is de
eerste plaats die je tegenkomt als je vanuit Spanje naar Portugal zeilt. Het is
een leuk stadje en de havenmeester had ons als sinds de ria’s gevolgd via de
AIS. Gaia is een Portugese naam en daarom was onze boot hem opgevallen. Vanuit
Viana de Castello zijn we met de trein naar Guimaraes geweest. Guimaraes is dit
jaar de culturele hoofdstad van Europa en een oude hoofdstad van Portugal.
Genoeg reden om er een kijkje te nemen. De stad heeft een prachtig nagenoeg nog
intact middeleeuws centrum met kleine straatjes. Er waren verschillende
exposities waarbij de kunstwerken van vijf architecten verspreid over de stad het
meest interessant waren.
De volgende stop was Nazaré.
Tijdens onze vorige reis hebben we hier alleen een korte stop gemaakt. Nu
blijven we een dag liggen om het vissersdorp annex badplaats te bekijken. Het
dorp heeft een prachtig strand met een enorme branding. Overal op straat zitten
omaatjes in kledendracht met een bordje voor kamerverhuur om hun nek of met een
kraampje met allerlei nootjes. ( Dit stimuleert ongewild je fantasie nogal,
bijvoorbeeld over bejaardentehuizen waarvan de bewoners de straat op worden
gestuurd om hun kamertje verhuurd te krijgen om de ouderenzorg betaalbaar te
houden.) Met een kabelspoor kun je omhoog naar Sitio, het op een klif gelegen
deel van de stad. Vanaf daar heb je een geweldig uitzicht op Nazaré.
De jachthaven in Nazaré is
beroemd om Mike, oftewel captain Haddock, een Engelsman die samen met zijn
vrouw al jarenlang de jachthaven runt. Het is een grumpy old man die het even
niet op Nederlanders heeft sinds er een paar weken geleden een Nederlandse boot
met drugs aan boord heeft gelegen. Naast die drugs hadden ze ook nog eens geen
havengeld betaald. Toch was hij best aardig tegen ons.
Inmiddels zijn we meer dan een
week geleden aangekomen in Lissabon. Eerst hebben we geankerd bij Cascais en
een dag later zijn we de Taag opgevaren. Het is erg leuk om zo varend Lissabon binnen
te komen. Vanaf Cascais naar Lissabon is allemaal bewoond gebied. In het eerste
stuk zijn veel strandjes. Vervolgens kom je langs twee beroemde monumenten: het
monument der ontdekkingen met Hendrik de Zeevaarder op kop en de Torre de Belém,
een fort dat ooit midden in de Taag lag. Dan komt aan de andere kant van de
Taag het beeld van Christus steeds prominenter in zicht. Het beeld is
geïnspireerd op het Christusbeeld in Rio de Janeiero, is 28 meter hoog en staat op
een voetstuk van 82 meter.
Om bij de jachthaven te komen moeten we onder de Ponte 25 de Abril door; een
rode hangbrug geheel van staal. Als je dichterbij komt lijkt het net alsof er een wespennest in de buurt zit en onder de
brug is het gezoem oorverdovend. De auto’s rijden niet over asfalt, maar het
wegdek is een soort metalen grit en dus helemaal open. Onder de brug is een
jachthaven met allemaal gezellig terrasjes, maar die slaan we over want het
geluid van de brug is te heftig. De jachthaven waar we nu liggen is een half
uur lopen van het centrum en ligt in een buitenwijk. Alles is in de buurt, een
supermarkt, overdekte groentemarkt, wasserette en ook een kapper. Ank heeft het
aangedurfd om naar een Portugese kapper te gaan. De kapster sprak geen woord
Engels, maar gelukkig haar dochter die werd opgetrommeld wel en het is allemaal
goed gekomen.
We hebben nog steeds het mysterieuze
probleem dat onze accu’s overladen worden tijdens het motoren. Vandaag is een
tweede bedrijf langs geweest en hopelijk is ons probleem nu verholpen. Ondertussen
hebben we ons dus vermaakt met uit eten gaan en naar fado muziek te luisteren.
Afgelopen weekend hebben we in de buurt van Lissabon geankerd om even uit de
stad te zijn. Vorige week was het nog goed uit te houden in de marina met een
verkoelende noordenwind, maar nu is het windstil en druppelt het zweet gestaag
over onze rug.
Het is trouwens erg rustig met
andere zeiljachten tot nu toe. De marina hier in Lissabon is half leeg, terwijl
er in de pilot gewaarschuwd wordt dat je blij mag zijn als je in de zomer een
plekje kunt vinden. We hebben met een aantal Portugezen gesproken en zij wijten
de rust aan de crisis. Veel Portugezen hebben hun boot op de kant laten staan
om kosten te besparen. Een charterschipper vertelde dat in Italië de
jachthavens juist vol met jachten ligt, maar dat die niet varen. Eigenaren
kunnen het havengeld niet betalen en liggen ‘aan de ketting’. We zijn benieuwd
of het straks in de Algarve drukker wordt.
woensdag 11 juli 2012
De Spaanse ria’s
Nou zo gauw we de hoek om zijn bij La Coruna wordt het mooi weer! Veel zon en regelmatig lekker weer om te zeilen, maar ook wel dagen met weinig wind en een rare swell (deining) die niet klopt met de hoeveelheid wind. We worden alle kanten opgeslingerd.
We zijn 10 dagen in de Ria’s (baaien) in NW Spanje geweest. Als eerste gaan we op vrijdag 22 juni naar Camarinas, een mooie rustige baai. Daar gaan we voor anker en de dag erop gaan we door naar Muros. Daar liggen we ook voor anker. Het is zaterdagavond en het is een groot feest in het dorp, want de wisseling van de seizoenen en tegelijkertijd ook maar wat heiligen worden gevierd. Overal zie je rook van fikkies en er wordt veel stevig vuurwerk afgestoken (Overal in de Ria’s steken ze van een soort antilawine vuurwerk af als er iets te vieren valt – en dat is er natuurlijk altijd wel.)’s Avonds bouwen ze ook een soort paasvuren op het strand en langs het water. Die worden om twaalf uur aangestoken en dan gaat de band spelen. De muziek gaat de hele nacht door. Band en disco wisselen elkaar af met als hoogtepunt Boney M om half vijf in de ochtend. Weinig geslapen dus.
De volgende dag weer verder naar Combarro, een oud vissersdorpje in Ria de Pontevedra. Hier blijven we een dag liggen en bekijken het oude centrum en de horreos, graanschuurtjes op palen om de ratten weg te houden. Ook hier is het feest met muziek tot vroeg in de ochtend. Dinsdag 26 juni varen we door naar de volgende ria en gaan naar de stad Vigo. Tijdens de tocht er naartoe is het meer dan 30 graden en we verheugen ons op het zwembad bij de marina. Dus snel aanleggen, zwemgoed opzoeken en hoppa naar het zwembad. Helaas blijkt dat je een badmuts op moet. Laten we nu heel veel bij ons hebben, maar geen badmutsen. De badmeester heeft nog wel een verschimmeld capje, bah. Dus we gaan maar lekker onder de douche staan om af te koelen.
We vinden Vigo niet echt leuk (druk, smerig en wel oud maar niet leuk centrum) en gaan daarom snel door naar Baiona. Een geweldig stadje in dezelfde Ria als Vigo. We liggen er een paar dagen voor anker en genieten van het heerlijke uitzicht, de zon en de rosé. Donderdag komt Stephen langszij met zijn nieuwe zeiljacht. Hij heeft de boot in Turkije gekocht en is op weg naar huis. Stephen en Nick hebben we op onze vorige reis ontmoet en we hebben nog regelmatig contact. Het was een enorm gezellige avond en we weten nu dat ons anker een boot van 12,5 en een boot van 13,5 meter met gemak houdt! We blijven een paar dagen hangen in Bayona om te klussen en om lekker te wandelen bij een oud fort, wat eigenlijk een ommuurd bos is met op het terrein ook een Parador, een soort staatshotel – Spanje onderhoudt een aantal historisch belangrijke gebouwen door ze als hotel voor het publiek open te stellen, vaak op prachtige locaties en niet duur; helaas worden deze waarschijnlijk vanwege de eurocisis geprivatiseerd. We beklimmen ook een heuvel naar een enorm beeld van de heilige Theresia (wie ze echt is weten we niet, dus hebben we haar maar naar Ank vernoemd). Theresia heeft een bootje in haar arm (is eens wat anders dan een kindje) en je kunt binnendoor via een trap naar boven om vanuit het bootje de omgeving bekijken (zie foto). Het moet niet gekker worden.
Nu liggen we in Lissabon en zijn alweer bijna een week in Portugal. De koffie verkeerd (galao) is hier heerlijk en Portugees lijkt nog steeds op Russisch. Volgende keer meer over onze avonturen in Portugal.
PS Er is een nieuw menu item waar je onze positie kunt vinden.
We zijn 10 dagen in de Ria’s (baaien) in NW Spanje geweest. Als eerste gaan we op vrijdag 22 juni naar Camarinas, een mooie rustige baai. Daar gaan we voor anker en de dag erop gaan we door naar Muros. Daar liggen we ook voor anker. Het is zaterdagavond en het is een groot feest in het dorp, want de wisseling van de seizoenen en tegelijkertijd ook maar wat heiligen worden gevierd. Overal zie je rook van fikkies en er wordt veel stevig vuurwerk afgestoken (Overal in de Ria’s steken ze van een soort antilawine vuurwerk af als er iets te vieren valt – en dat is er natuurlijk altijd wel.)’s Avonds bouwen ze ook een soort paasvuren op het strand en langs het water. Die worden om twaalf uur aangestoken en dan gaat de band spelen. De muziek gaat de hele nacht door. Band en disco wisselen elkaar af met als hoogtepunt Boney M om half vijf in de ochtend. Weinig geslapen dus.
De volgende dag weer verder naar Combarro, een oud vissersdorpje in Ria de Pontevedra. Hier blijven we een dag liggen en bekijken het oude centrum en de horreos, graanschuurtjes op palen om de ratten weg te houden. Ook hier is het feest met muziek tot vroeg in de ochtend. Dinsdag 26 juni varen we door naar de volgende ria en gaan naar de stad Vigo. Tijdens de tocht er naartoe is het meer dan 30 graden en we verheugen ons op het zwembad bij de marina. Dus snel aanleggen, zwemgoed opzoeken en hoppa naar het zwembad. Helaas blijkt dat je een badmuts op moet. Laten we nu heel veel bij ons hebben, maar geen badmutsen. De badmeester heeft nog wel een verschimmeld capje, bah. Dus we gaan maar lekker onder de douche staan om af te koelen.
We vinden Vigo niet echt leuk (druk, smerig en wel oud maar niet leuk centrum) en gaan daarom snel door naar Baiona. Een geweldig stadje in dezelfde Ria als Vigo. We liggen er een paar dagen voor anker en genieten van het heerlijke uitzicht, de zon en de rosé. Donderdag komt Stephen langszij met zijn nieuwe zeiljacht. Hij heeft de boot in Turkije gekocht en is op weg naar huis. Stephen en Nick hebben we op onze vorige reis ontmoet en we hebben nog regelmatig contact. Het was een enorm gezellige avond en we weten nu dat ons anker een boot van 12,5 en een boot van 13,5 meter met gemak houdt! We blijven een paar dagen hangen in Bayona om te klussen en om lekker te wandelen bij een oud fort, wat eigenlijk een ommuurd bos is met op het terrein ook een Parador, een soort staatshotel – Spanje onderhoudt een aantal historisch belangrijke gebouwen door ze als hotel voor het publiek open te stellen, vaak op prachtige locaties en niet duur; helaas worden deze waarschijnlijk vanwege de eurocisis geprivatiseerd. We beklimmen ook een heuvel naar een enorm beeld van de heilige Theresia (wie ze echt is weten we niet, dus hebben we haar maar naar Ank vernoemd). Theresia heeft een bootje in haar arm (is eens wat anders dan een kindje) en je kunt binnendoor via een trap naar boven om vanuit het bootje de omgeving bekijken (zie foto). Het moet niet gekker worden.
Nu liggen we in Lissabon en zijn alweer bijna een week in Portugal. De koffie verkeerd (galao) is hier heerlijk en Portugees lijkt nog steeds op Russisch. Volgende keer meer over onze avonturen in Portugal.
PS Er is een nieuw menu item waar je onze positie kunt vinden.
donderdag 21 juni 2012
Het is net Nederland …
… verzucht Keimpe als de regendruppels weer op de buiskap kletteren. We zijn vannacht aangekomen in La Coruna NW Spanje en het is grijs met regelmatig een bui. De afgelopen tijd hebben we af en toe een zonnige dag gehad, maar ook wel wat grijze dagen.
Uiteindelijk hebben we 9 dagen in Camaret gewacht op goed weer om de golf van Biskaje over te steken. Maandag 11 juni was het eindelijk zover: 2,5 dag goed weer om over steken. Te kort om naar La Coruna te zeilen en daarom zijn we naar Gijon, halverwege Noord Spanje, gevaren. We hebben de oversteek van 300 mijl precies in 48 uur volbracht, best lekker vlot. Het was een hobbelige tocht, het eerste deel door weinig wind en een swell schuin van voren, maar wel met droog zonnig weer. Het tweede deel met meer wind en hogere golven. Keimpe heeft zes keer dolfijnen gezien (compleet met show: uit het water springen voor de boeg, een duo sprong simultaan naast de kuip uit het water. Wauw! En ’s nachts trokken ze lichtsporen – van oplichtende algen - door het water om de boot. Ook wauw!). Ank lag op die momenten telkens te slapen, snik.
De aankomst in Gijon was mooi: zonneschijn! De jachthaven ligt naast de oude stad. Op de pier zien we elke ochtend weer de joggende/snelwandelende mannen en vrouwen op leeftijd. Het lijkt alsof de dokter dat voorschrijft en dat je vooral heel hard met je rechterarm moet zwaaien tijdens het snelwandelen. We blijven twee dagen in Gijon om bij te komen van de oversteek, de stad te bekijken en om te acclimatiseren in Spanje. Daar hoort natuurlijk ook tapas eten bij. Op zoek naar een terras zien we veel mensen van grote afstand bier in een glas schenken. Het bier is cidra en is een soort witbier met appelsmaak (appeltjesbier: je drinkt het uit flessen van 0,7 liter en het kost 2 euro in de kroeg die voor de gelegenheid cidreria heet; je giet een paar slokken van zo groot mogelijke hoogte in je glas – rechterhand met fles hoog boven je hoofd aan de linkerkant en linkerhand met glas helemaal omlaag - waarbij de helft er naast belandt; de inhoud drink je direct op voordat het doodslaat; iedereen drinkt het en overal ligt gemorst bier; voor de sjiekere Spanjaarden zijn er apparaatjes waarmee ze de cidra in hun glas kunnen plonzen – krijgen ze geen plakkerige handen). Iedereen drinkt het, dus wij ook. Nou dat inschenken is nog wel even oefenen. En het lekker vinden ook. Overigens Gijon was/is erg leuk: leuke oude stad, veel buitenleven en aardige mensen.
Op 16 juni varen we verder naar Cudillero. Geen wind, grijs miezerweer en vier uur motoren. Het dorp Cudillero ligt prachtig aan zee in een kloof tussen de bergen en de volgende dag in de zon hebben we het dorp bekeken. Een goede training voor onze kuitspieren. Het dorp is een beetje toeristisch, maar ligt er erg leuk bij als een steil amfitheater rond een rond plein met allemaal terrasjes. Tussen de huizen lopen allemaal steile steegjes en straatjes, met steeds nieuwe gezichtspunten op het dorp en omgeving.
Verstoken van alle media heeft Liek vanuit Enkhuizen ons per SMS een liveverslag gedaan van de laatste voetbalwedstijd van Nederland. Nou, we zijn vanaf nu dus voor Spanje. Ole. Viva Espania.
Maandag 18 juni was weer een grijze dag zonder wind. Om toch verder te komen de motor aan. We zijn naar Luarca gevaren. Onderweg denkt Ank nog een Orka te zien. “Orka, orka” roept ze enthousiast. Huh, er zitten twee mannetjes o en hij is van polyester: een vissersbootje. Luarca is geen bijzondere plaats met een vervelende ligplaats met uitzicht op een betonnen muur bij de ingang van de haven.
Dinsdag de 19e gaan we verder met als doel Viviero. Grijs weer, maar wel wind! We gaan als een speer en in het begin van de middag besluiten we om door te varen naar La Coruna. Het is heerlijk zeilen, eerst ruime wind en daarna pal voor de wind langs de prachtig ruige en groene kust van het noordwestelijkste puntje Spanje. We varen de 105 mijl in 15 uur! Als we om 12 uur ’s nachts in de marina aanleggen staat er iemand van de jachthaven klaar. Hij geeft ons de sleutel van de poort zodat we nog even lekker kunnen douchen. Maar eerst drinken we de champagne op die we van buurman Gert hebben gekregen: een mijlpaal. Proost, we zijn in de ria’s!
Het weer is hier de komende tijd nog grijs en nat. “Ik ga naar bed” verzucht Keimpe om half zes ’s middags als na 10 minuten droogte de regen weer naar beneden plenst. (Nou dat plenzen valt best mee, het zijn een paar druppen uit een grijze lucht. Maar de zon is er niet en dat hoort hier niet. Volgens de havenmeester laat ie het al sinds april afweten.)
Zoals het er nu naar uitziet varen we vrijdag verder. Op naar de zon, want als Mozes niet naar de berg komt, ….
maandag 11 juni 2012
Voeballuh
Met alle attributen die we op de vertrekkersborrel hebben gekregen was Camaret tijdens de eerste wedstrijd van Nederland aardig oranje gekleurd. De openingswedstrijd hebben we samen met Harm, Ilona en de eigenaar van de Ierse pub bekeken. Gelukkig zat de pub tijdens Nederland-Denemarken wel aardig vol. Een kleine foto impressie:
de voorbereidingen |
toen waren we nog vrolijk |
concentratie |
![]() |
spanning |
![]() |
ongeloof |
dinsdag 5 juni 2012
De vijf zintuigen
Op zo’n reis worden je zintuigen op allerlei manieren
geprikkeld. Een impressie van afgelopen tijd:
Horen
De motor: we
hebben weinig wind gehad de afgelopen tijd en dus veel het gebrom van de motor
gehoord.
De misthoorn: tijdens
onze trips hebben we regelmatig een misthoorn gehoord.
Zien
Niks, njet, nada:
dikke dikke mist van Alderney naar Guernsey en een paar dagen later van
Guernsey naar Camaret.
Harm: “hé, die ken
ik!” roept Ank. In Camaret liggen Harm en
Ilona die op weg zijn naar Nederland na een sabbatical van ruim een jaar. Ank
kent Harm van een opdracht bij de ING. De eerste biertjes zijn al gedronken en heerlijk ervaringen
uitgewisseld.
Voelen
Auw een zeer rood
hoofd: nooit bij stil gestaan dat je in dichte mist ook ongelofelijk kunt
verbranden, daar kwamen we een dag later achter.
Ruiken
De geur als je de
koelkast opent: Camembert. Maar ja, Keimpe is er heilig van overtuigd: hoe
meer ie (de kaas dus) stinkt, hoe lekkerder ie is.
Bloemengeuren: we
voeren het baaitje in naar Camaret en werden overweldigd door heerlijke geuren
van de lente.
Proeven
Croissants: die
smaken hier in Frankrijk toch wel heel veel lekkerder dan van de bakker in
Nederland.
We zijn sinds afgelopen zaterdag in Camaret, de plek waarvan
we willen vertrekken naar La
Coruna in NW Spanje. Deze oversteek over de golf van Biskaje
duurt 3 a
4 dagen. Het weer voor de komende dagen ziet er niet goed uit, heel veel wind
en ook nog tegen. Dus we zijn hier nog wel een tijdje.
PS Er is een nieuw fotoalbum met foto’s van de
kanaaleilanden.
zaterdag 26 mei 2012
Slapeloze nachten
Het leven aan boord doet ons goed: we slapen als rozen, heerlijk. Toch hebben we afgelopen 1,5 week twee slapeloze nachten gehad.
De eerste was woensdagnacht 17 mei. Gezien de windverwachting zijn we via de zogenaamde ‘Staande mast route’ van Amsterdam naar Vlissingen gevaren. Door Amsterdam kun je alleen ’s nachts varen en dat was dus onze eerste slapeloze nacht. Het was een fantastische ervaring. Je start voor de spoorbrug vlak naast het centraal station. Omdat er maar twee boten waren in het konvooi, gingen ze vanaf 12 uur ’s nachts proberen een gaatje te vinden om tussen het treinverkeer snel even de brug open te doen. Dat lukte al om half een. Vervolgens ga je in Amsterdam ongeveer 10 bruggen door. De brugwachter scheurt op zijn brommertje van brug naar brug, kroeggangers willen graag een stukje meevaren en her en der zitten nog mensen te kletsen op een bankje en groeten je vriendelijk. Bij een van de laatste bruggen kwamen we het konvooi uit het zuiden tegen, dat waren heel wat meer jachten: 42 in totaal. De route eindigt bij de bruggen over de ring (A10). Imposant hoe vier bruggen op een rij opengaan voor twee bootjes. Na de doortocht hebben we drie uurtjes geslapen voor we onze tocht verder vervolgden.
![]() |
hefbrug tijdens staande mast route |
![]() |
Dordrecht |
zondag 13 mei 2012
Onderweg?
De zee is hier een stuk blauwer, de croissants met camembert zijn verrukkelijk en die zon: we blijven smeren. Graag hadden we deze ervaringen met jullie willen delen, maar die laten nog even op zich wachten. We zijn afgelopen zondag vertrokken uit Lemmer, hebben inmiddels Sneek, Enkhuizen en Amsterdam bezocht en zijn vandaag weer noordelijk gevaren richting Lelystad. Onze accu's worden overladen en we hopen maandag hier in Lelystad de problemen helemaal te verhelpen, zodat we komende week echt naar het zuiden kunnen varen.
Abonneren op:
Posts (Atom)